Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1381/GV, 27 juni 2008, beroep
Uitspraakdatum:27-06-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/1381/GV

betreft: [klager] datum: 27 juni 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 30 mei 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager begrijpt niet waarom de selectiefunctionaris het verzoek om algemeen verlof heeft afgewezen. De adviezen van de inrichting en de politie waren immers onverdeeld positief, terwijl klager ook over een
goedgekeurd verlofadres beschikt. Klager heeft zijn huidige detentie als een modelgedetineerde doorgebracht. Al zijn handelingen zijn steeds gericht geweest op een terugkeer in de samenleving. Klager weet dat hij een nieuwe aanvraag mag indienen
omtrent
overplaatsing naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.). Om die aanvraag te ondersteunen, wilde hij middels dat algemeen verlof zijn goede gedrag kracht bijzetten. Klager is van mening dat hij van zijn fouten heeft geleerd en dat een algemeen
verlof goed zal verlopen.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft zich tijdens zijn huidige detentie onttrokken aan de tenuitvoerlegging daarvan en zich in die tijd schuldig gemaakt aan een strafbaar feit. Om die reden is de eerste aanvraag van klager om algemeen verlof afgewezen. De positieve adviezen
van de politie en de directeur van de inrichting waar hij thans verblijft, doen daaraan niet af. Bij een volgend verzoek om algemeen verlof kan een en ander overigens wel worden meegewogen.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de locatie Dordtse Poorten heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
De politie van het District Tilburg van de regio Midden en West Brabant, heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het door klager doorbrengen van een algemeen verlof op het opgegeven verlofadres.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van zes jaar met aftrek, wegens – kortweg – diefstal vergezeld van geweld en afpersing. Aansluitend dient hij een gevangenisstraf van zes maanden te ondergaan, wegens handelen in strijd met artikel 2 van de
Opiumwet. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 17 april 2009. Aansluitend dient hij eventueel een tweetal subsidiaire hechtenisstraffen van in totaal 28 dagen en 26 dagen gijzeling op grond van de Wet administratiefrechtelijke
handhaving verkeersvoorschriften te ondergaan.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

De beroepscommissie stelt vast dat klager zich tijdens zijn huidige detentie gedurende langere tijd onttrokken heeft aan de tenuitvoerlegging daarvan en dat klager in die tijd nieuwe – ernstige – strafbare feiten heeft gepleegd, waarvoor hij inmiddels
onherroepelijk is veroordeeld.
De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheden vooralsnog een contra-indicatie vormen voor verlofverlening en dat deze, ondanks de positieve adviezen, thans een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigen. Derhalve kan de
beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder a en b van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk
worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. Th.E.M. Wijte en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 27 juni 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven