Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0417/TA, 9 juni 2008, beroep
Uitspraakdatum:09-06-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Vermissing  v

Uitspraak

nummer: 08/417/TA

betreft: [klager] datum: 9 juni 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F.P. Holthuis, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 8 februari 2008 van de beklagcommissie bij de tbs-kliniek De Pompestichting te Nijmegen, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 april 2008, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klagers raadsvrouw mr. W. Mijnders, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting mevrouw [...], staffunctionaris juridische
zaken, en [...], zorgmanager.

Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de vernietiging van klagers persoonlijke goederen.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Er heeft geen overleg plaatsgevonden tussen klager en de kliniek over het al dan niet vernietigen van klagers goederen. Klager was wel op de hoogte
van
het feit dat de opgeslagen goederen uit de kliniek weg moesten. Klager kwam er pas achter dat de goederen weggegooid waren, toen hij een medeverpleegde tussen zijn spullen zag snuffelen in een afvalcontainer op het terrein van de inrichting. Het zou
ook
kunnen dat klager niet goed begrepen heeft dat de spullen zouden worden weggegooid. Het gaat met name om de vernietiging van klagers computerbestanden. Die zijn onvervangbaar.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager verblijft reeds lange tijd in de Pompestichting en hij is goed op de hoogte van de huisregels. Iedere verpleegde heeft een exemplaar van de huisregels op zijn kamer. De inrichting hanteert een ruimere opslagtermijn dan in de huisregels staat
vermeld, namelijk zes maanden in plaats van drie maanden. Klager heeft ruim een jaar de tijd gehad om de spullen uit te voeren en er zijn hierover met klager diverse gesprekken gevoerd. De inrichting heeft zich veel inspanning getroost om klager
daarbij
te helpen. Zo heeft het maatschappelijk werk een aantal spullen naar klagers ouders gebracht. Klager weet veel van computers en is goed op de hoogte welke spullen nog bruikbaar zijn. Klager gebruikte zijn oude computer niet meer en deze stond al
geruime tijd in de opslag. De spullen, die zijn weggegooid, waren oude onderdelen en er zaten zeker geen bestanden tussen. Met de technische dienst was afgesproken dat zij zorgvuldig zouden omgaan met de vernietiging van deze spullen. Toch zijn er
verpleegden in de afvalcontainer gekropen om spullen te zoeken. Vervolgens zijn deze spullen in beslag genomen en door de zorgmanager zelf vernietigd.

3. De beoordeling
In bijlage VI bij de Huisregels Pompekliniek wordt de opslag van goederen geregeld. Klager is bekend met deze regels. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat met klager veelvuldig overleg is gevoerd over de uitvoer van zijn
opgeslagen goederen. Een aantal goederen is naar klagers ouders gebracht en het restant betrof geen waardevolle spullen.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan derhalve naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

Ten overvloede overweegt de beroepscommissie dat indien goederen van een verpleegde worden weggegooid, deze beter niet in een afvalcontainer op het terrein van de inrichting kunnen worden gestopt, die binnen bereik is voor medebewoners.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. drs. T.A.M. Louwe en prof. mr. C. Kelk, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 9 juni 2008

secretaris voorzitter

Naar boven