Nummer 22/30604/SGA
Betreft [verzoeker]
Datum 2 december 2022
Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van [verzoeker] (hierna: verzoeker)
1. De procedure
De directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Krimpen aan den IJssel (hierna: de directeur) heeft aan verzoeker een disciplinaire straf opgelegd, voor de duur van veertien dagen, met als doel meer grip te houden op verzoekers belgedrag, ingaande op 23 november 2022 om 13:30 uur en eindigend op 7 december 2022 om 13:30 uur.
Verzoeker vraagt om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.
De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van de mededeling van de secretaris van de beklagcommissie dat het schorsingsverzoek zal worden ingeschreven als klaagschrift (IJ-2022-1749).
2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.
Verzoeker voert aan dat hij nu gestraft wordt, omdat hij zijn moeder heeft gebeld. Haar telefoonnummer was nog niet gescreend. Hij heeft daar wel post voor opgestuurd naar Curaçao, maar vanwege de afstand duurt dat langer.
Uit de schriftelijke inlichtingen van de directeur komt naar voren dat verzoeker wegens een eerder aan hem opgelegde GVM-maatregel alleen gescreende telefoonnummers mag bellen. Volgens de directeur heeft verzoeker een periode de gelegenheid gekregen om telefoonnummers aan te leveren. Voor een aantal telefoonnummers heeft verzoeker inmiddels toestemming gekregen, echter heeft verzoeker telefoonnummers gebeld waar hij geen toestemming voor heeft gekregen. Tijdens het horen heeft verzoeker aangegeven dat hij die telefoonnummers wel heeft gebeld, maar er niet is gereageerd. Dit maakt het volgens de directeur niet anders, verzoeker mocht alleen bellen met gescreende telefoonnummers. De directeur heeft verzoeker dan ook een disciplinaire straf opgelegd, inhoudende dat verzoeker twee weken lang tien minuten per week mag bellen en alleen naar telefoonnummers die zijn gescreend. Niet-gescreende telefoonnummers worden geblokkeerd.
Voorlopig overweegt de voorzitter als volgt. In artikel 51, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) staan de mogelijke disciplinaire straffen limitatief opgesomd. Het weigeren van het voeren van een telefoongesprek staat daar niet bij. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter kon het weigeren van het voeren van telefoongesprekken met niet-gescreende telefoonnummers niet in de vorm van een disciplinaire straf worden opgelegd. Daarvoor had een andere wettelijke grondslag gekozen moeten worden, te weten artikel 39, tweede en derde lid, in verbinding met artikel 36, vierde lid, van de Pbw. Gelet op het voorgaande is de beslissing in strijd met de wet genomen. De voorzitter zal het verzoek daarom toewijzen en de bestreden beslissing schorsen met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.
3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.
Deze uitspraak is op 2 december 2022 gedaan door mr. R.H. Koning, voorzitter, bijgestaan door bc. L. Vis-van Alff, secretaris.
secretaris voorzitter