Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1189/GV, 23 juni 2008, beroep
Uitspraakdatum:23-06-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/1189/GV

betreft: [klager] datum: 23 juni 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 8 mei 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Bij zijn aanvraag om algemeen verlof is het verkeerde verlofadres doorgegeven. Klager wil zijn verlof doorbrengen bij zijn vrouw en zoon, wonende op een ander adres.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het door klager aanvankelijk opgegeven verlofadres is door de politie als niet acceptabel aangemerkt. Het tweede adres, dat bij zijn vrouw en zoon, bevindt zich eveneens in Rotterdam. Gelet op de gronden waarop de aanvraag aanvankelijk is afgewezen, is
het onwenselijk dat klager zijn verlof in Rotterdam doorbrengt. Om die reden is het nieuw opgegeven adres niet nader onderzocht, noch is bekeken of bijzondere voorwaarden zouden moeten worden overwogen.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis Grave heeft op basis van het negatieve advies van de politie eveneens negatief geadviseerd.
De politie Rotterdam-Rijnmond heeft negatief geadviseerd gelet op het gegeven dat het slachtoffer van klager naast het opgegeven adres woont en twee eveneens op het opgegeven adres woonachtige broertjes van klager zijn aangehouden wegens een
(gewapende)
straatroof.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 48 maanden met aftrek, wegens mishandeling. Aansluitend dient hij een tenuitvoerlegging voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden te ondergaan. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of
omstreeks 2 maart 2009. Aansluitend dient hij eventueel zeven dagen gijzeling op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften te ondergaan.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal vijf verlofaanvragen indienen.

De beroepscommissie overweegt dat bij de beslissing op een verzoek om verlof een afweging dient te worden gemaakt tussen enerzijds het belang van de gedetineerde bij een goede en tijdige voorbereiding van zijn terugkeer in de maatschappij en anderzijds
het belang van de samenleving bij een ongestoorde tenuitvoerlegging van de opgelegde straf. Zij is van oordeel dat voor de door de Staatssecretaris aangevoerde contra-indicatie voor verlof onvoldoende aanwijzingen zijn. Zij overweegt hierbij dat het
ontbreken van een aanvaardbaar verlofadres is gebaseerd op een brief van de politie Rotterdam-Rijnmond betreffende het aanvankelijk opgegeven adres. Het had op de weg van de Staatssecretaris gelegen een onderzoek te laten doen naar het in beroep
opgegeven adres, nu vastgesteld kan worden dat de beide adressen op ruim 20 kilometer van elkaar verwijderd liggen. Van een directe slachtofferconfrontatie is geen sprake. Het is daarnaast mogelijk om aan een te verlenen verlof beperkende voorwaarden
te
verbinden teneinde te voorkomen dat klager in de buurt van zijn slachtoffer zal komen. De afwijzing door de Staatssecretaris van klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting moet bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als
onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De Staatssecretaris zal worden opgedragen binnen twee weken een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Nu de rechtsgevolgen
van de bestreden beslissing nog ongedaan zijn te maken, acht de beroepscommissie geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. Th.E.M. Wijte en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 23 juni 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven