Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0891/GB, 16 juni 2008, beroep
Uitspraakdatum:16-06-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/891/GB

Betreft: [klager] datum: 16 juni 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. K. van der Lee, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 4 april 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing om geen schadevergoeding toe te kennen naar aanleiding van de achteraf ten onrechte gebleken overplaatsing naar het huis van bewaring/ISD (h.v.b./ISD) Haaglanden te
Zoetermeer, ongegrond verklaard.

2. De ontvankelijkheid
Artikel 72, eerste lid, van de Pbw, luidt voor zover hier van belang:
’’ -1. De betrokkene heeft het recht tegen de beslissing van de selectiefunctionaris op het bezwaar- of verzoekschrift voor zover dit betreft een gehele of gedeeltelijke ongegrondverklaring, onderscheidenlijk afwijzing als bedoeld in de artikelen 17 en
18 een met redenen omkleed beroepschrift in te dienen bij de commissie, bedoeld in artikel 73, eerste lid. (...)”

De artikelen 17 en 18 van de Pbw zien op beslissingen tot plaatsing in of overplaatsing naar een penitentiaire inrichting en op beslissingen aangaande een penitentiair programma. De door de selectiefunctionaris kennelijk als bezwaarschrift
geïnterpreteerde schriftuur was gericht op het verkrijgen van een vergoeding voor door klager ondervonden schade ten gevolge van zijn (tijdelijke en onvrijwillige) overplaatsing uit die z.b.b.i. Tegen de van een verzoek om schadevergoeding als het
onderhavige, staat in het kader van de Pbw geen beroep open. Het feit dat in de bestreden beslissing wordt gewezen op de mogelijkheid van het instellen van beroep, maakt dit niet anders. Klager kan daarom niet worden ontvangen in zijn beroep.

Voor zover klager verzoekt om vergoeding van gemaakte proceskosten op de voet van het bepaalde in art 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), geldt dat art. 1:6 van de Awb – onder meer – hoofdstuk 7 van de Awb niet van toepassing verklaartop in
het kader van de Pbw genomen beslissingen.

3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaartklager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 16 juni 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven