Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/27657/GB, 16 november 2022, beroep
Uitspraakdatum:16-11-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          22/27657/GB                                 

Betreft [Klager]

Datum 16 november 2022

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 20 januari 2022 beslist klagers extramurale detentie (EMD) te beëindigen en klager te plaatsen in de Inrichting voor Stelselmatige Daders (ISD) van de locatie Hoogvliet.

Klager heeft daartegen bezwaar ingesteld. Verweerder heeft op 24 mei 2022 het bezwaar ongegrond verklaard.

Klagers raadsman, mr. R. Polderman, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten. De daartoe naar klager verstuurde brief is retour gekomen, omdat klager niet (meer) bekend is op het bij de RSJ bekende adres. Er is geen ander adres van klager bekend.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

2. De beoordeling

De ontvankelijkheid van klager in beroep

Nu klager in vrijheid is gesteld, heeft hij in beginsel geen belang meer bij het beroep en zou hij niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. In beroep is echter verzocht aan klager een tegemoetkoming toe te kennen. Daarom zal de beroepscommissie het beroep alsnog inhoudelijk beoordelen.

De bestreden beslissing

Klager verbleef sinds 1 juli 2021 in het kader van de EMD van zijn ISD-maatregel bij de Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA) Ipse de Bruggen. Op 3 december 2021 is klager in het kader van een time-out tijdelijk in de ISD van de locatie Hoogvliet geplaatst. Op 24 december 2021 is klager weer geplaatst in de FPA Ipse de Bruggen. Verweerder heeft op 20 januari 2022 het verzoek van de directeur van de locatie Hoogvliet ingewilligd om klagers EMD definitief te beëindigen, nu klager gedurende zijn verblijf bij de FPA Ipse de Bruggen (meerdere malen) drugs heeft gebruikt, hij niet behandeltrouw is, hij een zeer beperkte motivatie heeft en een negatieve houding aanneemt. De begeleiders hebben aangegeven geen behandelmogelijkheden meer te zien.

De wet- en regelgeving

Op grond van artikel 44m, eerste lid, van de Penitentiaire maatregel kan verweerder een gedetineerde – op grond van een advies van de directeur – terugplaatsen in de inrichting, als de gedetineerde niet (meer) in staat of bereid is om deel te nemen aan het programma in de laatste fase buiten de inrichting (de extramurale fase) of om te voldoen aan de voorwaarden die daaraan zijn verbonden.

De overwegingen van de beroepscommissie

De beroepscommissie heeft het beroepschrift, de reactie op het beroepschrift en de overige stukken in het dossier bestudeerd. Op basis daarvan is zij van oordeel dat de bestreden beslissing, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. De beroepscommissie vindt het in dit geval niet nodig om nader in te gaan op de gronden in het beroepschrift, omdat die (vrijwel) gelijk zijn aan de gronden van het bezwaarschrift. Verweerder heeft hieraan in de bestreden beslissing naar het oordeel van de beroepscommissie voldoende aandacht besteed.

Het is wenselijk dat  in het beroepschrift inhoudelijk wordt gereageerd op de bestreden beslissing. Dat is in dit geval niet gebeurd.

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beroep ongegrond verklaren.

3. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is op 16 november 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. C. Fetter, voorzitter, mr. M.F.A. van Pelt en drs. M.R. van Veen, leden, bijgestaan door mr. S.F.J.H. Niederer, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven