Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/30261/SGA, 11 november 2022, schorsing
Uitspraakdatum:11-11-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          22/30261/SGA

Betreft [Verzoeker]

Datum 11 november 2022

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van [Verzoeker] (hierna: verzoeker)

1. De procedure

De directeur van het Penitentiair Psychiatrisch Centrum van de Penitentiaire Inrichting Vught (hierna: de directeur) heeft op 1 november 2022 aan verzoeker maatregelen opgelegd vanwege zijn status als gedetineerde met een vlucht-/maatschappelijk risico (GVM-maatregelen).

Verzoekers raadsvrouw, mr. E.A. Blok, vraagt namens verzoeker om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van het klaagschrift.

Op 9 november 2022 heeft de voorzitter nadere inlichtingen opgevraagd bij de directeur. De reactie van de directeur is aan verzoeker en zijn raadsvrouw toegezonden.

2. De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

Namens verzoeker wordt – onder andere - aangevoerd dat uit de beslissing niet volgt dat verzoeker voorafgaand aan het nemen van de beslissing is gehoord. Het horen is een van de belangrijkste onderdelen van de belangenafweging, aldus verzoeker.

Uit de schriftelijke inlichtingen van de directeur komt naar voren dat verzoeker is geplaatst op de GVM-lijst met de status ‘verhoogd’, in verband met de volgende indicatie: (risico op) liquidatie of bedreiging in detentie van of door de gedetineerde. Bij beslissing van 16 augustus 2022 zijn aan verzoeker toezichtsmaatregelen opgelegd voor de duur van vier maanden, tot 16 december 2022. Bij beslissing van 1 november 2022 zijn tussentijds aanvullende toezichtsmaatregelen opgelegd. Het is van belang dat de directeur een eigen belangenafweging maakt alvorens te beslissen tot oplegging van de toezichtsmaatregelen. Daarvoor is het horen van de betreffende gedetineerde een wezenlijke voorwaarde. Het horen van de gedetineerde dient dus te geschieden ten behoeve van én voorafgaand aan de door de directeur te maken belangenafweging. Uit de door de voorzitter opgevraagde nadere inlichtingen van de directeur is naar voren gekomen dat verzoeker niet is gehoord voorafgaand aan het nemen van de bestreden beslissing. Gelet daarop is de voorbereiding van de bestreden beslissing – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – onvoldoende zorgvuldig geweest. De voorzitter zal het verzoek daarom toewijzen.

3. De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

 

Deze uitspraak is op 11 november 2022 gedaan door mr. C.N. Dijkstra, voorzitter, bijgestaan door mr. P.L. Kraaijenbrink, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven