Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/21699/GA, 2 februari 2023, beroep
Uitspraakdatum:02-02-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

Nummer          21/21699/GA

 

Betreft [klager]

Datum 2 februari 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de omstandigheid dat er afspraken worden ingepland tijdens luchtmomenten.

De beklagcommissie bij de locatie Norgerhaven te Veenhuizen heeft op 4 juni 2022 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (Nh 2021-000103). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsvrouw, mr. C.G.J.E. Lut, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak. Klagers opvolgend raadsvrouw, mr. A.M. van Wingerden, heeft namens klager de gronden in beroep aangevuld.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en de directeur van de locatie Norgerhaven (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager heeft op 1 juni 2021 de processtukken ontvangen. Klagers raadsvrouw heeft het klaagschrift daardoor niet van gronden kunnen voorzien, nu dit agenda-technisch niet mogelijk was in de periode van 1 juni 2021 tot 4 juni 2021. Het verzoek om de klacht aan te houden, zodat de klacht van gronden kon worden voorzien, is afgewezen.

De directeur dient er zorg voor te dragen dat klager ten minste een uur per dag de mogelijkheid heeft om in de buitenlucht te verblijven. Wanneer klager de mogelijkheid moet krijgen om te luchten, worden er andere afspraken voor hem ingepland. Bovendien worden die luchtmomenten niet gecompenseerd. Het betreffen de luchtmomenten op 2 april 2021, 22 april 2021, 23 april 2021 en 26 april 2021.

Het is niet alleen klagers verantwoordelijkheid om aan te geven dat afspraken tijdens zijn luchtmoment zijn gepland. De persoon die de afspraak inplant, behoort te controleren of klager dan een luchtmoment heeft.

Verzocht wordt (onder meer) om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

 

Standpunt van de directeur

Tijdens de zitting bij de beklagcommissie op 4 juni 2021 heeft klager de voorzitter verzocht om zijn klacht aan te houden. De voorzitter is niet op dat voorstel ingegaan. Dat betreft geen door of namens de directeur jegens klager genomen beslissing, waartegen beklag openstaat.

Klager heeft in het beroepschrift aangegeven dat er op 2 april 2021, 22 april 2021, 23 april 2021 en 26 april 2021 afspraken tijdens het luchtmoment gepland stonden. Klagers klaagschrift dateert van 9 april 2021. De laatste drie data vallen dus na het indienen van het klaagschrift.

Met betrekking tot 2 april 2021 voert klager aan dat hij een afspraak had met zijn casemanager om half negen in de ochtend. Conform het dagprogramma had klager die dag zijn luchtmoment tussen acht en negen uur in de ochtend. Uit navraag bij de casemanager is geleken dat klager de casemanager niet heeft laten weten dat de afspraak in zijn luchtmoment gepland stond. De eigen verantwoordelijkheid van klager staat voorop. Klager had bij het personeel en/of de casemanager kenbaar kunnen maken dat de afspraak tijdens het luchtmoment gepland stond. De directeur kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor het onderbroken luchtmoment. 

 

3. De beoordeling

De ontvankelijkheid

Op grond van artikel 61, derde lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), vermeldt een klaagschrift zo nauwkeurig mogelijk de beslissing waarover wordt geklaagd en de redenen van het beklag. Ingevolge het vijfde lid van dit artikel dient een klaagschrift uiterlijk op de zevende dag na die waarop de gedetineerde kennis heeft gekregen van de beslissing waarover hij zich wenst te beklagen, te worden ingediend. Een na afloop van deze termijn ingediend klaagschrift is niettemin ontvankelijk, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de gedetineerde in verzuim is geweest. Deze bepalingen dienen, in onderling verband en samenhang bezien, aldus te worden uitgelegd dat de gronden van een klaagschrift binnen de hiervoor bedoelde beklagtermijn, of – indien een termijnoverschrijding verschoonbaar is – zoveel later als redelijk is, moeten worden ingediend. De na deze termijn ingediende gronden zijn te laat. Dit geldt met name indien klager wordt bijgestaan door een advocaat en deze namens klager het klaagschrift indient.

In deze zaak heeft klager echter zelf het klaagschrift ingediend. Het lag op de weg van de beklagcommissie om klager (en zijn advocaat) een reële mogelijkheid te bieden om het klaagschrift te verduidelijken en/of aan te vullen met gronden. De beklagcommissie heeft dat nagelaten.

Gelet op het voorgaande, had de beklagcommissie klager niet zonder meer niet-ontvankelijk kunnen verklaren in zijn beklag. Klagers advocaat heeft in beroep duidelijk gemaakt over welke beslissing klager heeft geklaagd en wat de redenen van het beklag zijn. De directeur heeft daar inhoudelijk op gereageerd. De beroepscommissie zal daarom de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen, klager alsnog ontvankelijk verklaren in zijn beklag en om proceseconomische redenen als enige en hoogste instantie inhoudelijk op het beklag beslissen.

 

De inhoudelijke beoordeling

De beroepscommissie stelt voorop dat klagers klacht dateert van 9 april 2021 en daarom enkel kan zien op de periode daarvoor. Wat is aangevoerd over de periode daarna, zal daarom buiten beschouwing worden gelaten.

De beroepscommissie benadrukt dat het recht op luchten een fundamenteel recht is. Daarom draagt de directeur er zorg voor dat een gedetineerde in de gelegenheid wordt gesteld dagelijks ten minste een uur in de buitenlucht te verblijven (artikel 49, derde lid, van de Pbw). Volgens vaste jurisprudentie dient de directeur extra inspanningen te verrichten om gedetineerden niet te beperken in dit recht.

Klager had op 2 april 2021 conform het dagprogramma tussen acht en negen uur zijn luchtmoment. Op dat moment had hij ook een afspraak bij de casemanager gepland staan. Klager heeft echter zelf ingestemd met die afspraak en heeft bij zijn casemanager – zowel vooraf als tijdens de afspraak – niet aangegeven dat de afspraak samenviel met zijn luchtmoment. Nu klager dit heeft nagelaten, is de beroepscommissie van oordeel dat het in dit geval klagers eigen verantwoordelijkheid is dat hij op 2 april 2021 niet een heel uur heeft kunnen luchten.

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beklag ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 2 februari 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D.R. Sonneveldt, voorzitter,
mr. A.B. Baumgarten en mr. R. Raat, leden, bijgestaan door mr. M. Olde Keizer, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven