Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0656/GB, 12 juni 2008, beroep
Uitspraakdatum:12-06-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/656/GB

Betreft: [klager] datum: 12 juni 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 12 maart 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de afwijzing van zijn verzoek tot deelname aan electronische detentie (hierna: e.d.) alsmede de beslissing hem te plaatsen in de locatie Westlinge te Heerhugowaard ongegrond
verklaard.

2. De feiten
Klager is veroordeeld tot een hechtenisstraf van 14 dagen. Het verzoek om deelname
aan e.d. is afgewezen. Klager dient zich op 2 juni 2008 te melden in de locatie Westlinge.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft tijdens zijn eerste intakegesprek niet te horen gekregen dat het nieuwe gesprek exact twee weken later zou plaatsvinden. Daardoor heeft de aanvraag van een nieuw identiteitsbewijs geen
prioriteit gehad en is de aanvraag uiteindelijk te laat ingediend. Klager heeft het paspoort twee dagen te laat binnengekregen, omdat de aanvraag geen spoedaanvraag betrof. De schoonvader van klager heeft de vakantie al in maart 2007 geboekt. Hij heeft
daar alleen nooit een bevestiging van gekregen, omdat dit niet zijn eerste vakantie op deze bestemming was. Deze vakantie was ter ere van zijn zestigste verjaardag. Dit kan niet pas vier maanden van tevoren worden georganiseerd. De pensioneigenaar
heeft
de boekingsbevestiging toegezonden, maar in verband met de snelheid de standaardbevestiging niet aangepast op data. Klager is tijdens het eerste gesprek er niet aan toe gekomen uitleg te geven over zijn vakantie, nadat was gebleken dat zijn paspoort
niet in orde was. Klager had gehoopt dat zijn keuze voor e.d. snel afgehandeld zou worden voor zijn vakantie. Klager begrijpt niet dat hij e.d. misloopt vanwege één gemiste afspraak. Hij heeft zelfs netjes afgebeld.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Nadat klager in het eerste intakegesprek van 21 januari 2008 te kennen is gegeven dat het identiteitsbewijs niet in de juiste staat verkeerde, is hij in de gelegenheid
gesteld alsnog zorg te dragen voor een correct identiteitsbewijs. Klager wist of had kunnen weten dat een correct identiteitsbewijs van groot belang is om in aanmerking te komen voor e.d. en dat de aanvraag hiervan prioriteit had.
Uit de stukken blijkt niet dat de vakantie al in maart 2007 zou zijn geboekt en is gezien de inhoud van de fax niet aannemelijk. Nu aan klager uitstel is verleend tot het zich melden in de b.b.i. is dit niet meer relevant. Het beroep van klager levert
geen nieuwe gezichtspunten op. Klager is ruimschoots in de gelegenheid gesteld te voldoen aan de voorwaarden voor e.d.

4. De beoordeling
4.1. De locatie Westlinge is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een beperkt beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. In de circulaire van 7 maart 2005 met nummer 5291588/04/DJI heeft de Minister zijn beleid kenbaar gemaakt omtrent e.d. In onderdeel 4 van de circulaire wordt als vereiste genoemd dat klager dient te beschikken over een geldig identiteitsbewijs.
Vast is komen te staan dat tijdens het eerste intakegesprek van 21 januari 2008 aan klager is aangegeven dat hij niet aan dit vereiste voldeed. Klager heeft zich vervolgens niet op het tweede intakegesprek op 4 februari 2008 gemeld, omdat hij stelt de
oproep te laat te hebben ontvangen. Klager was op 4 februari 2008 nog niet in het bezit van een geldig legitimatiebewijs. Gelet hierop, nu niet is gebleken van omstandigheden buiten de schuld van klager die in de weg hebben gestaan aan een uitgifte van
een nieuw identiteitsbewijs binnen de daarvoor staande tijd, kunnen de beslissingen van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep is derhalve
ongegrond.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 12 juni 2008

secretaris voorzitter

Naar boven