Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/29061/GB, 4 oktober 2022, beroep
Uitspraakdatum:04-11-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.


  
Nummer    22/29061/GB
    
            
Betreft    klager
Datum    4 november 2022


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van klager (hierna: klager)

1. De procedure
Klager heeft een verzoek gedaan tot overplaatsing naar het huis van bewaring (HVB) van de Penitentiaire Inrichting (PI) Krimpen aan den IJssel.

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft dat verzoek op 16 augustus 2022 afgewezen.

Klagers raadsvrouw, mr. S.E.M. Hooijman, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klager is een jongeman van 19 jaar. In zijn strafzaak is een Pro Justitia (PJ)-rapportage aangevraagd, waarin ook is gevraagd om een advies of het toepassen van het adolescentenstrafrecht geïndiceerd is of niet. Bij klagers voorgeleiding heeft de reclassering daartoe geadviseerd en is ook geadviseerd om klager in een Justitiële Jeugdinrichting (JJI) te plaatsen. Daarbij is door de reclassering opgemerkt dat beschermende factoren als het gezin een positieve invloed hebben op klager en dat er zorgen zijn rondom klagers verstandelijk functioneren (IQ) en zijn beïnvloedbaarheid. Ondanks het advies van de reclassering is klager niet in een JJI geplaatst, maar in een PI (die niet gelegen is in de regio van herkomst). Klagers medeverdachte is wel in een JJI geplaatst, in de buurt van zijn familie. Voor een efficiënt verloop van de strafzaak is klagers plaatsing in de PI Almelo niet vereist, en ook niet dat hij in dezelfde regio verblijft als de medeverdachte. 

Het is (ook) voor klager belangrijk dat hij contact kan onderhouden met zijn familie. Dit is nu vanwege de medische situatie van klagers moeder en de reisafstand niet mogelijk. Ook het selectieadvies van de PI Almelo strekt tot overplaatsing van klager. 

Het is van belang dat klagers moeder elke week op bezoek kan komen. Hoewel zij een aantal keren bij klager op bezoek is geweest, was dit enkel omdat ze kon meerijden met familie. Dat is inmiddels niet meer mogelijk. Alle betrokken partijen adviseren of ondersteunen een overplaatsing van klager.

Klager wenst te worden gehoord. 

Standpunt van verweerder
Op grond van artikel 9, tweede lid, aanhef en onder 2, van de Penitentiaire beginselenwet wordt een gedetineerde die in voorlopige hechtenis verblijft in een HVB geplaatst. Op grond van artikel 24, eerste lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling) wordt de gedetineerde in een HVB geplaatst dat gelegen is in of toegewezen is aan het arrondissement van vervolging. Klager is ingesloten voor het arrondissement Zwolle, zodat klagers plaatsing in de PI Almelo een juiste plaatsing is geweest.  

De medische situatie van klagers moeder is voor advies voorgelegd aan de medisch adviseur van de afdeling Individuele Medische Advisering (hierna: de medisch adviseur). De medisch adviseur heeft vervolgens geadviseerd dat een overplaatsing op medische gronden niet geïndiceerd is. De mobiliteit van klagers moeder is voldoende om klager in Almelo te kunnen bezoeken vanuit Rotterdam, aldus de medisch adviseur. 

Uit klagers bezoekerslijst blijkt verder dat zijn moeder een aantal keren bij hem op bezoek is geweest. Bezoekproblemen zijn in enige mate onvermijdelijk bij het ondergaan van detentie. 

3. De beoordeling
Klager heeft verzocht het beroep mondeling te mogen toelichten. Dit verzoek is niet onderbouwd, terwijl de stukken voldoende informatie bevatten om het beroep te kunnen beoordelen. De beroepscommissie wijst het verzoek daarom af. 

Plaatsing in een JJI 
In het beroepschrift is feitelijk aangevoerd dat klager in een JJI geplaatst had moeten worden, gelet op zijn leeftijd en kwetsbaarheid. De beroepscommissie merkt hierover op dat uit het selectieadvies niet blijkt dat klagers verzoek ook zag op plaatsing in een JJI. Daarin wordt slechts gesproken over een overplaatsing naar het HVB van de PI Krimpen aan den IJssel. Plaatsing in een JJI is in deze procedure dus niet aan de orde.

Ten overvloede merkt de beroepscommissie op dat plaatsing in een JJI van – kort gezegd – een adolescent vóór veroordeling in eerste aanleg, slechts is aangewezen als de officier van justitie van plan is te vorderen dat het adolescentenstrafrecht wordt toegepast (artikel 8, eerste lid, onder a, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen). 

Overplaatsing naar HVB van de PI Krimpen aan den IJssel
Op grond van artikel 24, eerste lid, van de Regeling wordt een gedetineerde die nog niet is veroordeeld, bij voorkeur in het arrondissement van vervolging geplaatst. Klager wordt vervolgd in het arrondissement Oost-Nederland. Klager is op dit moment gedetineerd in het HVB van de PI Almelo, gelegen in het arrondissement van vervolging. Klager heeft echter verzocht om een overplaatsing naar het HVB van de PI Krimpen aan den IJssel, een inrichting die buiten het arrondissement van vervolging is gelegen. In dat geval moet er sprake zijn van bijzondere omstandigheden om te kunnen concluderen dat verweerder klagers verzoek had moeten honoreren.  

Het Openbaar Ministerie heeft geen bezwaar tegen klagers overplaatsing en de inrichting adviseert positief. Weliswaar ontvangt klager regelmatig bezoek, maar het ligt in de rede dat het voor zijn moeder – wat er ook zij van haar precieze gezondheidstoestand – gemakkelijker is om hem in een inrichting in de buurt van Rotterdam te bezoeken. Het gaat hierbij bovendien om een klager die nog maar net meerderjarig is, terwijl bij de plaatsing van minderjarigen (ook vóór veroordeling in eerste aanleg) als uitgangspunt geldt dat zij zo dicht mogelijk bij hun woonplaats worden geplaatst. Daarbij wordt door de reclassering en in de PJ-rapportage geadviseerd om het adolescentenstrafrecht toe te passen.

Verder is van belang dat uit het dossier niet duidelijk wordt wanneer klagers strafzaak inhoudelijk wordt behandeld – blijkens het selectieadvies van 11 juli 2022 is een zittingsdatum immers nog onbekend – zodat ook onduidelijk is wanneer hij zijn voorkeur voor een inrichting zou kunnen uitspreken in het kader van zijn plaatsing in een gevangenis, indien het tot een veroordeling tot een gevangenisstraf komt. Tot slot is van belang dat verweerder geen omstandigheden heeft aangevoerd die zich verzetten tegen klagers overplaatsing.

Gelet op het voorgaande is de bestreden beslissing onvoldoende gemotiveerd. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren en de bestreden beslissing vernietigen. Zij zal verweerder opdragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie ziet geen aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt verweerder op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe. 


Deze uitspraak is op 4 november 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. Jongsma, voorzitter, mr. J.M.C. Louwinger-Rijk en mr. M.F.A. van Pelt, leden, bijgestaan door J.A. van der Veen, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven