Nummer 21/23490/GA
Betreft [Klager]
Datum 23 januari 2023
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen:
a. de verlenging van een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een andere verblijfsruimte dan een afzonderingscel, zonder televisie, voor de duur van zeven dagen, vanwege klagers betrokkenheid bij een ernstig incident, ingaande op 8 juli 2021 (Eh 2021/367);
b. de beslissing hem te degraderen naar het basisprogramma (Eh 2021-368).
De beklagcommissie bij de locatie Esserheem te Veenhuizen heeft op 24 september 2021 het beklag ten aanzien van de beslissing tot verlenging van de ordemaatregel ongegrond verklaard, het beklag ten aanzien van de duur van de verlenging deels gegrond verklaard en het beklag tegen de beslissing hem te degraderen gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van (in totaal) €80,-. De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.
Klagers raadsvrouw, mr. D.N.A. Brouns, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De beroepscommissie heeft […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Esserheem, gehoord op de zitting van 6 september 2022 in de PI Lelystad. Klagers raadsvrouw heeft bericht geen gebruik te zullen maken van de gelegenheid om te worden gehoord op zitting. Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
De bestreden beslissingen zijn niet voldoende gemotiveerd. Klager was niet betrokken bij het incident. Dit heeft hij van het begin al gesteld. Klager heeft meerdere keren aangegeven om de camerabeelden uit te kijken, maar dit is niet gebeurd. Klager heeft zich altijd goed gedragen in de inrichting en kon bijna faseren. Daarnaast is er onvoldoende rekening gehouden met de gevolgen die de beslissingen voor hem hebben gehad. Zo heeft hij geen Skype-moment gehad tijdens het ondergaan van de ordemaatregel en is het bezoek zonder toezicht niet doorgegaan. De beklagcommissie heeft een onjuiste beslissing genomen en het verzoek is dan ook het beroep gegrond te verklaren en aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.
Standpunt van de directeur
Er is gestoken met een zogenaamd afbreekmes. Deze mesjes zijn alleen beschikbaar op de arbeid. Het mesje is hoogstwaarschijnlijk op de afdeling gekomen door één van de reinigers. Zij kunnen heen en weer van de ene afdeling naar de andere met een kar en in de kar is het mogelijk om spullen te verstoppen. Daar is echter geen bewijs voor, dus dat moest eerst uitgezocht worden. Klagers betrokkenheid kon niet worden uitgesloten. Om de orde en veiligheid te waarborgen, is er een ordemaatregel opgelegd.
De eerder opgelegde ordemaatregel is met zeven dagen verlengd. Klager heeft daarvan feitelijk vijf dagen uitgezeten. Toen is hij intern overgeplaatst.
De directeur sluit zich aan bij de beslissing van de beklagcommissie over de degradatiebeslissing.
3. De beoordeling
De beroepscommissie beschouwt het beroepschrift als te zijn gericht tegen de beslissing tot verlenging van de ordemaatregel, tegen de duur van de verlenging voor zover deze voor meer dan twee dagen is opgelegd en de hoogte van de tegemoetkoming die is toegekend door de beklagcommissie in verband met de gegrondverklaring van het beklag ten aanzien van de duur van de verlenging van de ordemaatregel en de degradatiebeslissing.
Verlenging van de ordemaatregel en de duur daarvan
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.
Tegemoetkoming ordemaatregel
De duur van de verlenging van de ordemaatregel is zeven dagen. Door de directeur is ter zitting gesteld dat klager vijf dagen daarvan heeft uitgezeten en dat klager daarna intern is overgeplaatst. De beklagcommissie heeft overwogen dat een verlenging van twee dagen in dit geval redelijk is. De directeur heeft dit niet betwist in beroep (en heeft hiertegen ook geen beroep ingesteld). De beroepscommissie gaat er dan vanuit dat klager feitelijk vijf dagen van de ordemaatregel heeft ondergaan, waarvan drie dagen ten onrechte. Voor het ondergaan van die drie dagen, heeft de beklagcommissie een tegemoetkoming van €30,- toegekend. De beroepscommissie kan zich verenigen met de toegekende tegemoetkoming, nu deze in lijn is met de ‘standaardbedragen tegemoetkomingen’ die de beroepscommissie hanteert. De beroepscommissie ziet geen aanleiding daarvan af te wijken.
Degradatiebeslissing
Het beklag ten aanzien van de degradatie is door de beklagcommissie gegrond verklaard. Aan klager is een tegemoetkoming toegekend van €50,-. De beroepscommissie kan zich verenigen met de toegekende tegemoetkoming. De beroepscommissie constateert dat volgens de eerdergenoemde ´standaardbedragen tegemoetkomingen´ een tegemoetkoming van €45,- toegekend wordt ingeval sprake is van het ten onrechte degraderen van een gedetineerde. Gelet op het verbod op reformatio in peius zal de beroepscommissie de door de beklagcommissie toegekende tegemoetkoming in stand laten nu klager anders door het instellen van beroep in een slechtere positie zou worden gebracht dan als hij geen beroep zou hebben ingesteld.
Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
Deze uitspraak is op 23 januari 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. S. Djebali, voorzitter, mr.dr. A.M.G. Smit en mr. drs. F.M.J. Bruggeman, leden, bijgestaan door mr. A. de Groot, secretaris.
secretaris voorzitter