Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/27904/GM, 24 oktober 2022, beroep
Uitspraakdatum:24-10-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    22/27904/GM
    
            
Betreft    [Klager]
Datum    24 oktober 2022


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

1. De procedure
Klagers raadsman, mr. J. Zevenboom, heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Lelystad (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat zijn (pijn)medicatie – diazepam – zonder duidelijke reden is afgebouwd dan wel is stopgezet.

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft […], juridisch medewerker bij het advocatenkantoor waar klagers raadsman werkzaam is, en […], plaatsvervangend hoofd zorg, namens de inrichtingsarts, gehoord op de digitale zitting van 14 oktober 2022. De juridisch medewerker heeft bericht dat klager geen gebruik zal maken van de gelegenheid om te worden gehoord. 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Vanwege angstklachten en lichamelijke klachten is aan klager diazepam voorgeschreven. Dit middel werkt goed voor klager. Sinds de afbouw van deze medicatie nemen de klachten weer toe. Klager erkent dat dit middel bijwerkingen voor hem heeft, maar dit weegt niet op tegen de nadelen die hij ervaart zonder gebruik van dit middel. Klager gebruikt dit middel al een lange tijd. Wat hier ter discussie staat is of de afbouw zorgvuldig is gedaan. Daar wordt geen concreet antwoord op gegeven. 

Standpunt van de inrichtingsarts
De afbouw heeft zorgvuldig plaatsgevonden en de inrichtingsarts heeft klager daarbij begeleid. De afbouw heeft niet binnen twee weken plaatsgevonden, maar heeft langer geduurd. Klager heeft tijdens en na de afbouw medicatie gekregen voor zijn zenuwpijn. Klager komt nog regelmatig langs bij de medische dienst om over zijn klachten te praten. Als er aanleiding is om de pijnstilling te verhogen, zal de inrichtingsarts dit overwegen. Verder is klager aangemeld bij de polikliniek neurologie. Er is inmiddels ook akkoord gegeven voor een operatie.

3. De beoordeling
Het is de beroepscommissie ambtshalve bekend dat binnen de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) een beleid wordt gehanteerd dat erop is gericht het gebruik van benzodiazepines (waaronder diazepam) af te bouwen en deze middelen slechts met grote terughoudendheid te verstrekken, vanwege het ontstaan van gewenning. De beroepscommissie heeft al eerder geoordeeld dat dit beleid in zijn algemeenheid juist geacht moet worden (RSJ 11 maart 2016, 15/3381/GM). Dit zou slechts anders zijn indien er een dringende noodzaak bestaat een gedetineerde benzodiazepines voor te schrijven.

Uit het medisch dossier volgt dat de afbouw van de medicatie op zorgvuldige wijze is gebeurd en dat dit in lijn is met het eerdergenoemde beleid van DJI. Klager is tijdens het afbouwen regelmatig door de inrichtingsarts gezien en de inrichtingsarts heeft hem daarbij begeleid (onder andere door hem andere pijnmedicatie voor te schrijven). Voor klager is het mogelijk om bij klachten dit te bespreken met de inrichtingsarts. Verder wordt door de neuroloog in de brief van 11 augustus 2022 beschreven dat het voorschrijven van benzodiazepines niet is geïndiceerd bij de pijnklachten die door klager worden ervaren. Dat deze brief pas is opgesteld ná het begin van de afbouw van de medicatie kan niet tot een ander oordeel leiden, omdat hiervoor al is vastgesteld dat er voldoende redenen waren om de medicatie af te bouwen.    

Gelet op het voorgaande kan het handelen van de inrichtingsarts niet worden aangemerkt als in strijd met de norm zoals bedoeld in artikel 71f, derde lid, onder a. of b., van de Penitentiaire beginselenwet. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.


Deze uitspraak is op 24 oktober 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D.J.W. Vinkes, voorzitter, drs. B.A. Geurts en drs. M.P. Frankenhuis, leden, bijgestaan door mr. A. de Groot, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven