Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/19626/GA, 2 december 2022, beroep
Uitspraakdatum:02-12-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          21/19626/GA    

           

Betreft [klager]

Datum 2 december 2022

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen het sluiten van zijn celraam op 20 december 2020 wegens geluidsoverlast op zijn afdeling.

De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Leeuwarden heeft op 22 januari 2021 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (LW-2020-741). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de PI Leeuwarden (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

De directeur heeft de hele afdeling gestraft door het sluiten van de ramen voor het wangedrag van een of enkele personen. De maatregel is niet rechtmatig. Niemand heeft een rapport gekregen voor de veroorzaakte overlast, terwijl dat wel mogelijk was geweest. Er is bijvoorbeeld een gedetineerde op heterdaad betrapt voor het trappen tegen de deur. Evenmin is er onderzoek gedaan of heeft er een individuele aanpak plaatsgevonden van de ordeverstoorders.

Door de maatregel is klager de enige verse aanvoer van zuurstof ontnomen. Dit heeft bij klager zware hoofdpijnklachten veroorzaakt. De luchtventilatie is onvoldoende, nu vloeipapier niet tegen het rooster blijft plakken terwijl dit gelet op de negatieve luchtdruk veroorzaakt door de mechanische ventilatie wel zou moeten.

Klager heeft – alhoewel hij daar wel om heeft verzocht – geen ontheffing van het gesloten celraam gekregen.

 

Standpunt van de directeur

De directeur heeft niet gereageerd.

 

3. De beoordeling

Ontvankelijkheid in het beklag

De beroepscommissie begrijpt dat klager zich beklaagt over het sluiten van zijn celraam, als gevolg waarvan er geen verse zuurstof in zijn cel kon komen, wat hoofdpijnklachten bij klager heeft veroorzaakt.

Op de directeur rust de plicht om te zorgen voor voldoende verversing van lucht in de verblijfsruimte. In artikel 6, onder 3, van de Regeling eisen verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen (hierna: de Regeling) staat dat de verblijfsruimte is voorzien van een ventilatiemogelijkheid waardoor op natuurlijke dan wel mechanische wijze de lucht voor de individuele gedetineerde voldoende kan worden ververst. Nu klager heeft aangegeven dat het sluiten van het celraam bij hem hoofdpijnklachten veroorzaakt en heeft verzocht om voor hem een uitzondering te maken, wat de directeur niet heeft gedaan, zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en klager alsnog ontvankelijk verklaren in zijn beklag. De beroepscommissie doet het beklag om proceseconomische redenen zelf af.

 

Inhoudelijk

De beroepscommissie is van oordeel dat de directeur, die belast is met de handhaving van de orde, rust en veiligheid in de inrichting, in redelijkheid en billijkheid kon beslissen tot het sluiten van de celramen op klagers afdeling in reactie op de (herhaaldelijke) geluidsoverlast. Door aldus te handelen, heeft de directeur – blijkens de gegeven toelichting – geen inbreuk gemaakt op het bepaalde in artikel 6, onder 3 van de Regeling, nu op grond van dit artikel de lucht in de verblijfsruimte ook op mechanische wijze en niet enkel op natuurlijke wijze (via een open raam) mag worden ververst. De enkele stelling van klager dat vloeipapier niet tegen het rooster blijft plakken, legt onvoldoende gewicht in de schaal om te twijfelen aan de mededelingen hieromtrent van de directeur.

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen, klager alsnog ontvankelijk verklaren in het beklag, maar dit beklag ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 2 december 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. J.B. Oreel, voorzitter,
mr. E. Dinjens en mr. R.H. Koning, leden, bijgestaan door mr. D. Boessenkool, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven