Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0444/GM, 14 mei 2008, beroep
Uitspraakdatum:14-05-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/444/GM

betreft: [klager] datum: 14 mei 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van,

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan het detentiecentrum Alphen aan den Rijn,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 12 februari 2008 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 17 april 2008, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is klager gehoord.

De inrichtingsarts verbonden aan het detentiecentrum Alphen aan den Rijn is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 16 december 2007, houdt in dat klager te lang heeft moeten wachten op een TENS-apparaat.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht.
Het TENS-apparaat is hem voorgeschreven ter bestrijding van zenuwpijn. Klager is op 13 november 2007 de inrichting binnengekomen en op 14 november 2007 gezien door de inrichtingsarts. Voordat klager de inrichting binnenkwam, was de beslissing om voor
hem een TENS-apparaat te bestellen al genomen. Klager is van mening dat hij verwaarloosd is. Iedere twee weken werd hem andere medicatie voor pijnbestrijding voorgeschreven. Hij gebruikt nog steeds pijnbestrijdende medicatie. Hij heeft baat bij Lyrica
en gebruikt verder onder meer morfine. Klager is vaak bezocht door de medische dienst. Hij is doorverwezen naar de pijnpoli. Klager heeft in andere inrichtingen eerder een TENS-apparaat en fysiotherapie gekregen. Dit is echter gestopt na overplaatsing.
Klager heeft in detentiecentrum Alphen aan den Rijn gevraagd of de medische dienst contact wilden opnemen met Zeist en dat is geschied.
Klager is op 7 maart 2008 in vrijheid gesteld, maar inmiddels weer gedetineerd in de locatie Almere.

Het plaatsvervangend hoofd van de medische dienst heeft schriftelijk het volgende standpunt ingenomen. Klager heeft het TENS-apparaat op 29 januari 2008 ontvangen. De plaatsing van de elektroden is geschied na overleg tussen de inrichtingsarts en de
fysiotherapeut. Klager heeft voor het eerst op 4 maart 2008 geklaagd bij de medische dienst dat het apparaat niet werkte. Hij zou nog steeds veel pijn hebben. Direct is een controleafspraak gemaakt bij de pijnpoli, waar klager onder behandeling is. De
pijnpoli heeft ook de TENS voorgeschreven. Klager is van de afspraak bij de poli op de hoogte gesteld en gezegd bij het verlaten van het detentiecentrum zelf een afspraak te maken bij de pijnpoli.

3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt dat voor klagers binnenkomst in de inrichting door de pijnpoli al een zogenaamd TENS-apparaat was besteld ter bestrijding van neuropatische pijn die klager ondervindt. In afwachting van toestemming voor de invoer van het
apparaat is klager regelmatig gezien door de medische dienst en is hem pijnbestrijdende medicatie voorgeschreven. Voorts is door de medische dienst regelmatig gebeld om navraag te doen naar de invoer van het TENS-apparaat.
De beroepscommissie is het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien van oordeel dat de in de visie van klager late levering en invoer van het TENS-apparaat niet aan de inrichtingsarts kan worden toegeschreven doch veeleer aan de daarvoor
geldende procedures in het gevangeniswezen in het algemeen en dat het handelen door of namens de inrichtingsarts derhalve niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond worden
verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, dr. ing. C.J. Ruissen en drs. J.H.A.M.C. Schoenmaeckers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 14 mei 2008

secretaris voorzitter

Naar boven