Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/27931/GA, 7 oktober 2022, beroep
Uitspraakdatum:07-10-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          22/27931/GA

     

Betreft [Klager]

Datum 7 oktober 2022

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

1. De procedure

De directeur van de locatie Roermond (hierna: de directeur) heeft op 11 april 2022 klagers verzoek om langdurend re-integratieverlof afgewezen.

Klager heeft daartegen beklag ingesteld. De beklagcommissie bij de locatie Roermond heeft op 14 juni 2022 het beklag ongegrond verklaard (R-2022-000324). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsvrouw, mr. F.W.M. Hopmans, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en de directeur in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

2. De beoordeling

Klager was sinds 20 oktober 2021 gedetineerd. Hij onderging een gevangenisstraf van tien maanden in verband met de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke opgelegde gevangenisstraf. Op 16 augustus 2022 is hij in vrijheid gesteld.

In artikel 16 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling) is bepaald dat een gedetineerde, onverminderd het bepaalde in artikel 4, niet in aanmerking komt voor re-integratieverlof indien:

b.  hij is geplaatst in het basisprogramma;

c.  hij is gedegradeerd.

In artikel 20 van de Regeling is het langdurend re-integratieverlof geregeld.

Klager heeft zijn verzoek tot langdurend re-integratieverlof ingediend op 18 maart 2022. Met ingang van 4 april 2022 werd hij gedegradeerd naar het basisprogramma. Het hiertegen ingestelde beroep heeft de beroepscommissie ongegrond verklaard (RSJ 7 oktober 2022, 22/27930/GA).

Kort na de degradatiebeslissing is klagers verzoek tot langdurend re-integratieverlof op 11 april 2022 afgewezen. Omdat de directeur hiertoe heeft beslist met inachtneming van artikel 16, aanhef en onder b en c, van de Regeling is deze beslissing juist.

De beroepscommissie is voorts met de beklagcommissie van oordeel dat de onjuiste vermeldingen in de bestreden beslissing (dat klagers aanvraag niet in ontvangst wordt genomen en dat klagers detentietitel in zijn nadeel meeweegt) niet kan leiden tot een ander oordeel. Daarnaast acht de beroepscommissie het tijdsverloop tussen de indiening van de verlofaanvraag en de bestreden beslissing niet onredelijk lang.

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen met wijziging van de gronden.

3. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

 

Deze uitspraak is op 7 oktober 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D.W.J. Vinkes, voorzitter, F. van Dekken en mr. S. Djebali, leden, bijgestaan door mr. M.G. Bikker, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven