nummer: 08/546/GM
betreft: [klager] datum: 14 mei 2008
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,
alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 26 februari 2008 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.
Ter zitting van de beroepscommissie van 17 april 2008, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is klager gehoord.
De medische dienst van de p.i. Vught heeft schriftelijk meegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 20 februari 2008, houdt in dat klager te lang heeft moeten wachten op zijn medicatie.
2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht. Klager heeft last van astmatische bronchitis.
Hij is op 17 december 2007 binnengekomen in de p.i. Vught en had voor ongeveer een week Ventolin bij zich. Op 18 december 2007 heeft hij een verzoekbriefje ingediend voor medicatie. Dat is schijnbaar zoekgeraakt. Na een week heeft bewaarder [...] met
de
medische dienst gebeld en gevraagd waar klagers medicatie bleef. Gezegd is dat klager een nieuw verzoekbriefje moest invullen. Normaal gesproken word je bij intake opgeroepen voor het spreekuur van de inrichtingsarts, maar dat was blijkbaar niet nodig.
Klager is ook niet gezien door de verpleegkundige. Klager heeft op 27 december 2007 opnieuw een verzoekbriefje ingevuld en hij heeft de medicatie uiteindelijk op 28 december 2007 ontvangen. Omdat hij iets meer Ventolin gebruikte dan hem was
voorgeschreven kwam hij in de problemen. Klager gebruikt elke dag Ventolin voor het slapen gaan en afhankelijk van hoe benauwd hij het heeft gebruikt hij het drie tot vier maal per dag. Vanaf 20 december 2007 tot en met 27 december 2007 had klager geen
Ventolin tot zijn beschikking.
De medische dienst heeft het volgende standpunt ingenomen.
Klager heeft een onderhoudsdosering in verband met astma. Het personeel van zijn afdeling zou volgens klager de bestelling van medicatie hebben doorgegeven, maar de verpleegkundige heeft zelf het telefoontje niet aangenomen en kan dit niet bevestigen.
Na enkele dagen heeft klager een verzoekbriefje geschreven en dat is door de verpleegkundige op 28 december 2007 ontvangen. Medicatie is op 28 december 2007 besteld door de medische dienst. De inrichtingsarts heeft geoordeeld na het zien van de intake
dat klager niet zelf op het spreekuur hoefde te verschijnen.
3. De beoordeling
Klager lijdt aan astmatische bronchitis en aan hem is Ventolin voorgeschreven in een onderhoudsdosering. Door klager is gesteld dat hij op 18 december 2007, een dag na binnenkomst in de inrichting, een verzoekbriefje voor medicatie heeft ingevuld en
dat
een personeelslid een week later telefonisch navraag heeft gedaan bij de medische dienst omdat klagers medicatie, die hem nog verstrekt was in de vorige inrichting, op was. Klager heeft opnieuw een verzoekbriefje ingevuld en de medicatie is hem
uiteindelijk pas op 28 december 2007 verstrekt. Het door klager gestelde is door of namens de inrichtingsarts onvoldoende weersproken.
De beroepscommissie is van oordeel dat het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien in strijd is met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard. De beroepscommissie zal voor het door klager
ondervonden ongemak een tegemoetkoming toekennen van € 25,=.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond.
Zij bepaalt de aan klager ten laste van de p.i. Vught toekomende tegemoetkoming op
€ 25,-.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, dr. ing. C.J. Ruissen en drs. J.H.A.M.C. Schoenmaeckers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 14 mei 2008
secretaris voorzitter