Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1083/SJA, 9 mei 2008, schorsing
Uitspraakdatum:09-05-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/1083/SJA

Betreft: [klager] datum: 9 mei 2008

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen(Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, tevens klaagschrift, ingediend
door mr.drs. J.J. van de Beek, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Eikenstein van de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) De Heuvelrug te Zeist.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 71, eerste lid, Bjj, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie, inhoudende beëindiging van nachtdetentie.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 8 mei 2008.

1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Namens verzoeker is het verzoek als volgt schriftelijk toegelicht.
Verzoeker is bij rechterlijke uitspraak van 28 maart 2008 van de politierechter (kinderrechter, RSJ) bij de rechtbank te Utrecht veroordeeld tot een onvoorwaardelijke jeugddetentie van 3 maanden, uit te voeren als nachtdetentie. Voorts is bij genoemde
uitspraak gelast dat een deel van de niet tenuitvoergelegde straf die was opgelegd bij onherroepelijke uitspraak van 20 december 2005 alsnog zal worden tenuitvoergelegd, te weten jeugddetentie van 75 dagen, uit te voeren als nachtdetentie. Blijkbaar
is
nachtdetentie opgelegd vanwege verzoekers psychische en/of pedagogische gesteldheid, daar nachtdetentie meestal wordt toegepast bij voorlopige hechtenis.
In het kader van de nachtdetentie wordt verzoeker overdag begeleid door de organisatie Titan te Zeist.
De directeur van de locatie Eikenstein heeft verzoeker op zijn kamer geplaatst en uitgesloten van deelname aan activiteiten voor een periode van 7 dagen, vanwege diverse negatieve uitingen van verzoeker tegen de groepsleiding c.q. het zich niet houden
aan verboden van het huisreglement, zoals het bezit van rookwaar op de kamer. Ten onrechte heeft de directeur tevens besloten verzoekers nachtdetentie te beëindigen. Deze beslissing is buitenproportioneel en in strijd met genoemde rechterlijke
uitspraak, verzoekers persoonlijke belangen en de inspanningsverplichting van de directeur. Er hebben zich bij Titan te Zeist geen problemen met verzoeker voorgedaan. Bovendien was telefonisch overleg gevoerd met de gedragsdeskundige van de locatie
Eikenstein over de vraag of overplaatsing van verzoeker naar een andere j.j.i. een optie zou kunnen zijn om te voorkomen dat de zaak over en weer zou escaleren. Niet gebleken is verder dat verzoekers ouders inhoudelijk betrokken zijn geweest bij het
overleg of zijn ingezet om de vertrouwensband te herstellen. Daartoe is de directeur niet verplicht, maar dat had wel de angel kunnen verwijderen.

De directeur heeft in zijn schriftelijke inlichtingen het volgende aangevoerd.
Verzoeker was op de hoogte van de gestelde voorwaarden van nachtdetentie en heeft hiervoor de betreffende papieren ondertekend. Hij heeft zich gedurende de nachtdetentie meerdere malen niet aan de voorwaarden gehouden. Zonder het beoogde resultaat is
verscheidene keren een sanctie of ordemaatregel opgelegd. Over stopzetting van nachtdetentie wordt niet licht gedacht. Pas na vele interne maatregelen en/of sancties is overleg met de officier van justitie gevoerd. Verzoekers gedrag en houding waren
dusdanig negatief en de beïnvloeding van zijn groepsgenoten groot, dat hiermee de orde en veiligheid van de groep meermalen in het geding is geweest. De inrichting verwacht met hervatting van de nachtdetentie tegen dezelfde problemen te blijven
aanlopen.
Inmiddels is verzoeker na een korte overplaatsing op de inkomstengroep als gevolg van zijn gedrag, weer op de oude leefgroep terug en volgt hij het dagelijkse programma van de groep. In overleg met de officier van justitie zal het interne onderwijs
contact opnemen met Titan om aansluiting te houden met hetgeen verzoeker daar aan onderwijs zou volgen.

2. De beoordeling
Uit de inlichtingen van de directeur komt naar voren dat deze bij schrijven van 18 april 2008 de officier van justitie heeft geadviseerd de nachtdetentie van verzoeker met terugwerkende kracht per 11 april 2008 om te zetten in jeugddetentie, ten
uitvoer
te leggen binnen de j.j.i. Op 18 april 2008 heeft de officier deze brief aan de directeur teruggefaxt met daarop de vermelding dat hij akkoord is met het verzoek en dat de directeur moet omzetten zodat verzoeker eventueel beklag kan doen bij de
commissie.

Kennelijk op grond daarvan heeft de directeur besloten tot beëindiging van verzoekers nachtdetentie.

Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter is de directeur van een j.j.i. niet bevoegd te beslissen tot beëindiging van nachtdetentie. Een dergelijke beslissing is, naar moet worden aangenomen, voorbehouden aan de selectiefunctionaris. Voor zover
bekend is nog geen beleidskader opgesteld voor nachtdetentie in de laatste fase van de tenuitvoerlegging van een straf of maatregel ter voorbereiding op terugkeer in de samenleving (zogeheten eindfasevariant). Volgens het Landelijk beleidskader
nachtdetentie jeugdigen bij voorlopige hechtenis van september 2003 (pagina 6) neemt de selectiefunctionaris de beslissing tot beëindiging van nachtdetentie en de beslissing tot plaatsing in een j.j.i. op aanwijzing van het openbaar ministerie en de
autoriteiten die de voorlopige hechtenis hebben opgelegd.
Tegen de beslissing tot plaatsing in een j.j.i. kan bezwaar worden ingediend bij de selectiefunctionaris en tegen diens beslissing op het bezwaar staat beroep bij de beroepscommissie open.

Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter kan zij geen gevolg verbinden aan de omstandigheid dat de directeur onbevoegdelijk verzoekers nachtdetentie heeft beëindigd. Immers, op grond van noch de Bjj noch van andere wet- of regelgeving staat een
rechtsmiddel bij de beroepscommissie open tegen een beslissing tot beëindiging van nachtdetentie. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter is zij op grond van de huidige wet- en regelgeving dan ook niet bevoegd te oordelen over een verzoek tot
schorsing van de beslissing van de directeur tot beëindiging van nachtdetentie. Om die reden kan zij verzoeker niet ontvangen in het schorsingsverzoek.

Ook als het schorsingsverzoek zou moeten worden opgevat als te zijn gericht tegen het advies van de directeur aan de officier van justitie tot beëindiging van verzoekers nachtdetentie, kan verzoeker daarin niet worden ontvangen. Een dergelijk advies
kan
niet worden aangemerkt als een beslissing van de directeur waartegen op grond van artikel 65 Bjj beklag openstaat en waarvan op grond van artikel 71 Bjj om schorsing kan worden verzocht.

3. De uitspraak
De voorzitter verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek.

Deze uitspraak is gedaan door mr. M.L.C.C. de Bruijn-Lückers, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 9 mei 2008

secretaris voorzitter

Naar boven