Nummer 22/25677/GM
Betreft [klager]
Datum 19 september 2022
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingstandarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught (hierna: de inrichtingstandarts). Klager beklaagt zich erover dat hij een onaangename mondgeur en pijn in zijn maagstreek heeft, die volgens hem veroorzaakt worden door zijn gebitsprothese.
De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.
De beroepscommissie heeft klager en zijn raadsman mr. P.M. Iwema gehoord op de digitale zitting van 28 juni 2022.
De inrichtingstandarts heeft laten weten niet op de zitting te verschijnen.
Drs. [...], huisarts en lid van de RSJ, was als toehoorder aanwezig.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klager heeft last van een vieze mondgeur en terugkerende pijn in zijn maagstreek. Deze klachten zijn ontstaan nadat klager zijn gebitsprothese in 2018 heeft gekregen. Klager draagt de prothese omdat hij een paar kiezen mist en om beter te kunnen kauwen. In eerste instantie dacht klager dat hij moest wennen aan de gebitsprothese en had hij geen idee waar de klachten vandaan kwamen. Klager heeft zijn gebitsprothese schoongehouden met allerlei middelen en advies gevraagd aan de medische dienst. Van medegedetineerden en personeel kreeg hij te horen dat hij stonk uit zijn mond. Na twee jaar was klager ervan overtuigd dat zijn klachten door de gebitsprothese veroorzaakt werden. Klager heeft geen klachten als hij de prothese niet draagt. Een verband met eten sluit hij uit. Klager is in september 2021 hiervoor bij de inrichtingstandarts geweest en daarna niet meer terug geweest. Klager heeft er geen vertrouwen meer in en voelt zich niet serieus genomen in zijn klachten.
Standpunt van de inrichtingstandarts
De inrichtingstandarts heeft zijn standpunt in beroep niet nader toegelicht.
3. De beoordeling
In de aantekeningen in het medisch dossier valt te lezen dat klager zijn klachten heeft teruggekoppeld aan de medische dienst. De inrichtingstandarts heeft onderzoek gedaan in de mond van klager en naar de gebitsprothese, maar niet iets kunnen vinden wat de klachten zou kunnen verklaren. De gebitsprothese was schoon en passend en van het juiste materiaal. Het materiaal waarvan de gebitsprothese is gemaakt is voor alle gebitsprotheses hetzelfde. Er waren geen aanwijzingen voor andere lichamelijke problemen als mogelijke oorzaak die uitgesloten moesten worden. De beroepscommissie heeft in het door klager aangevoerde geen aanknopingspunten gevonden die zouden kunnen duiden op onzorgvuldig handelen door de inrichtingstandarts. In de wetenschappelijke literatuur is ook geen onderbouwing te vinden voor het door klager gelegde verband. De beroepscommissie geeft klager in overweging om alsnog een afspraak te maken met de inrichtingstandarts om de mogelijkheden van een alternatief voor de gebitsprothese te bespreken.
Gelet op het voorgaande kan het handelen van de inrichtingstandarts niet worden aangemerkt als in strijd met de norm zoals bedoeld in artikel 71f, derde lid, onder a. of b., van de Penitentiaire beginselenwet. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is op 19 september 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. drs. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, drs. P.J.M. van Puffelen en drs. A.A.J. Jeurissen, leden, bijgestaan door mr. K. Kiela, secretaris.
secretaris voorzitter