Nummer 20/16727/GA
Betreft [klager]
Datum 19 augustus 2022
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van de directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Arnhem (hierna: de directeur)
1. De procedure
[klager] (hierna: klager) heeft – voor zover in beroep aan de orde – beklag ingesteld tegen een afzondering in een afzonderingscel, met cameratoezicht, in de nacht van 14 op 15 juli 2020.
De beklagrechter bij de PI Arnhem heeft op 14 december 2020 het beklag gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van €10,- (A-2020-412). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.
De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.
De beroepscommissie heeft de directeur, klager en zijn raadsman mr. V. Poelmeijer in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van de directeur
Er is geen sprake geweest van de tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijk opgelegde ordemaatregel, zoals de beklagrechter heeft overwogen. Er is in de nacht van 14 op 15 juli 2020 een bewaardersarrest toegepast. Op 15 juli 2020 heeft de directeur, binnen vijftien uur, de ordemaatregel opgelegd.
Standpunt van klager
Verzocht wordt de uitspraak van de beklagrechter te bevestigen.
3. De beoordeling
Op het klaagschrift dat zich bij de stukken bevindt staat weliswaar het kenmerk A-2020-412 genoteerd, maar uit de inhoud en datering daarvan begrijpt de beroepscommissie dat dit een andere klacht betreft (A-2020-401), die in dit beroep niet aan de orde is. De beroepscommissie heeft navraag gedaan bij de beklagcommissie, maar die blijkt niet meer over het oorspronkelijke, juiste klaagschrift te beschikken. De gegrondverklaring van het beklag ziet in elk geval alleen op het beklag(onderdeel) dat onder ‘1. De procedure’ is weergegeven. Nu alleen de directeur beroep heeft ingesteld, zal de beroepscommissie zich ook hiertoe beperken.
Uit de schriftelijk verslagen volgt dat klager in afwachting van de afhandeling daarvan door het personeel is ingesloten (rond 20:05 uur voor korte tijd en later, rond 21:30 uur, wederom). De afhandeling heeft de directeur in de ochtend van 15 juli 2020 kennelijk rond 10:30 uur gedaan, dus in elk geval binnen vijftien uur, door aan klager een ordemaatregel op te leggen. Deze procedure is conform artikel 24, vierde lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw).
Uit de stukken maakt de beroepscommissie echter op dat klager gedurende het (tweede) bewaardersarrest, vanaf 21:30 uur, ook door middel van een camera is geobserveerd (zoals bedoeld in artikel 24a van de Pbw), terwijl die beslissing is voorbehouden aan de directeur. Het beklag is (uitsluitend) daarom terecht gegrond verklaard.
Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beroep van de directeur ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter bevestigen met wijziging van de gronden.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met wijziging van de gronden.
Deze uitspraak is op 19 augustus 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. A. Jongsma en mr. A.M.G. Smit, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.
secretaris voorzitter