Nummer R-20/8449/GA
Betreft [klager]
Datum 15 augustus 2022
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen de beslissing hem te degraderen naar het basisprogramma.
De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Nieuwegein heeft op 29 oktober 2020 het beklag gegrond verklaard en de directeur opgedragen binnen twee weken na de uitspraak een nieuwe beslissing te nemen (NM2020/995). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.
Klagers (voormalig) raadsvrouw, mr. W.E.R. Geurts, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak, meer specifiek tegen de termijn die de beklagrechter aan de directeur heeft gegeven om een nieuwe beslissing te nemen en tegen het niet-toekennen van een tegemoetkoming.
De beroepscommissie heeft klager, zijn (voormalig) raadsvrouw en de directeur van de PI Nieuwegein in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
2. De beoordeling
Beslistermijn
De beslistermijn van twee weken voor het nemen van een nieuwe beslissing is gebruikelijk en (ook in dit geval) naar het oordeel van de beroepscommissie niet onredelijk. Klagers voormalig raadsvrouw heeft overigens ook niet toegelicht waarom dat anders zou zijn.
Tegemoetkoming
Het is de beroepscommissie op grond van RSJ 24 september 2021, 21/20580/GA en RSJ 24 september 2021, 21/20581/GA bekend dat:
- de directeur aanvankelijk geen nieuwe beslissing heeft genomen;
- de directeur uiteindelijk – door de beklagcommissie verbeterd gelezen: – wederom heeft beslist om klager te degraderen.
De beklagcommissie heeft het beklag tegen het uitblijven van een nieuwe beslissing gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming van €35,- toegekend. De beklagcommissie heeft het beklag tegen de nieuwe beslissing om klager te degraderen ongegrond verklaard. De beroepsrechter heeft beide oordelen (voor zover in beroep aan de orde) bevestigd in de hierboven genoemde uitspraken.
Gelet op deze gang van zaken ziet de beroepscommissie geen aanleiding om klager, in verband met de gegrondverklaring van het beklag dat in dit beroep aan de orde is, (nog) een tegemoetkoming toe te kennen.
Conclusie
Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter bevestigen voor zover in beroep aan de orde, met aanvulling van de gronden.
3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter voor zover in beroep aan de orde, met aanvulling van de gronden.
Deze uitspraak is op 15 augustus 2022 gedaan door mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. S. Bijl en mr. A. Jongsma, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.
secretaris voorzitter