Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0262/TP, 29 april 2008, beroep
Uitspraakdatum:29-04-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/262/TP

betreft: [klager] datum: 29 april 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt), heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

tegen een beslissing van 25 januari 2008 van de Staatssecretaris van Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft de termijn waarin klager wacht op plaatsing in een inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden (tbs-inrichting) met ingang van 25 januari 2008 verlengd tot en met 24 april 2008.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van acht jaar met aftrek én ter beschikking gesteld (tbs) met bevel dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.
Klager komt gedurende de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf met ingang van 8 augustus 2005 in aanmerking voor vervroegde tenuitvoerlegging van de hem tevens opgelegde tbs en is op laatstgenoemde datum in afwachting van plaatsing in een
tbs-inrichting op een wachtlijst geplaatst.
De datum van vervroegde invrijheidstelling van klager én aansluitende aanvang van zijn tbs is 17 mei 2008.
Bij brief van 25 januari 2008 heeft de Staatssecretaris klager bericht dat hij nog niet geplaatst kon worden in een tbs-inrichting en dat de wachttermijn voor plaatsing met ingang van 25 januari 2008 met drie maanden is verlengd tot en met 24 april
2008. Klager is terzake op 25 januari 2008 gehoord.
Klager verblijft in de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught.

3. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Het feit dat de verlenging is ingegaan op dezelfde dag dat hij daarover is gehoord, geeft er blijk van dat er niet inhoudelijk op zijn zaak wordt ingegaan. Hij staat al sinds 8 augustus 2005 op de centrale wachtlijst. Het is voor hem een uitzichtloze
situatie. De wachttijd is buitenproportioneel lang en zou niet telkens weer mogen worden verlengd omdat hij detentiegeschikt is. Er zijn ook andere punten waarmee weinig of totaal geen rekening wordt gehouden. Klager verwijst verder naar hetgeen hij in
eerdere beroepschriften heeft aangegeven.

Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht.
Het beroep zal ongegrond zijn. Er is (thans) geen aanleiding om klager met voorrang boven andere wachtenden in een tbs-inrichting te plaatsen. Ten aanzien van klager zijn voorafgaand aan de bestreden beslissing geen signalen omtrent
detentieongeschiktheid vanuit de p.i. van verblijf ontvangen. Ook uit het hoorverslag zijn geen bijzonderheden naar voren gekomen. De bij het Nederlands Instituut Forensische Psychiatrie en psychologie (NIFP) opgevraagde medische verklaring zal na
ontvangst worden nagezonden.

4. De beoordeling
Klager is op 25 januari 2008 gehoord over de verlenging van de wachttermijn, die op die datum is verstreken. Bij brief van 25 januari 2008 is hij geïnformeerd over die verlenging.
Derhalve is niet tijdig voldaan aan de in artikel 27, vijfde lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing gedetineerden neergelegde hoor- en informatieplicht. Mitsdien is het beroep gegrond en dient de beslissing van de Staatssecretaris
tot
verlenging van de wachttermijn op formele gronden te worden vernietigd.

Klager dient, gelet op het vorenoverwogene, een tegemoetkoming te worden geboden. De beroepscommissie zal deze tegemoetkoming vaststellen op € 50,=.

Klager is als gevolg van het capaciteitstekort nog niet geplaatst in een tbs-inrichting. Ten tijde van de bestreden beslissing ligt de vrijheidsstraf aan het verblijf van klager in een p.i. ten grondslag en niet de hem tevens opgelegde tbs; deze is nog
niet aangevangen.

Het capaciteitstekort kan naar het oordeel van de beroepscommissie een grond voor uitstel van de voorgenomen vervroegde plaatsing in een tbs-inrichting vormen, tenzij blijkt van bijzondere omstandigheden zoals een psychische conditie van klager die
zodanig is dat langer verblijf in een p.i. medisch niet verantwoord is. In dat geval is sprake van detentieongeschiktheid en dient om die reden plaatsing met voorrang gerealiseerd te worden.

Uit de medische verklaring van 10 maart 2008 van het NIFP te ‘s-Hertogenbosch blijkt dat de psychische conditie van klager op dat moment niet van dien aard was dat verder verblijf in de p.i. als onverantwoord moest worden beschouwd. Wel wordt daarin
aangegeven dat het wachten wel erg lang duurt en dat klager, zoals in eerdere ten aanzien van klager afgegeven medische verklaringen is aangegeven, klaar is om aan zijn tbs-behandeling te beginnen.
De beroepscommissie gaat er derhalve van uit dat er ten tijde van de bestreden beslissing geen aanleiding bestond om klager bij voorrang in een tbs-inrichting te plaatsen.
Wel wil zij de Staatssecretaris verzoeken thans zorg te dragen voor een spoedige plaatsing van klager in een tbs-inrichting, gezien klagers jeugdige leeftijd en zijn naderende v.i.-datum en aansluitende aanvang van zijn tbs.

De beroepscommissie is van oordeel, gelet op het hiervoor overwogene, dat de bestreden beslissing, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt en dat de wachttermijn voor plaatsing in een
tbs-inrichting mocht worden verlengd van 25 januari 2008 tot en met 24 april 2008.

Nu de bestreden beslissing op formele gronden dient te worden vernietigd zal de beroepscommissie met toepassing van het bepaalde in artikel 76, derde lid, Pbw in verbinding met artikel 66, derde lid onder b, en artikel 69, vijfde lid, Bvt bepalen dat
haar uitspraak met betrekking tot de verlenging van de wachttermijn in de plaats treedt van de bestreden beslissing.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond op formele gronden en vernietigt de bestreden beslissing. Zij bepaalt dat haar uitspraak in de plaats treedt van deze beslissing en bepaalt derhalve dat de wachttermijn voor plaatsing in een
tbs-inrichting wordt verlengd van 25 januari 2008 tot en met 24 april 2008.
Zij bepaalt de aan klager ten laste van de Staatssecretaris toekomende tegemoetkoming op € 50,= .

aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 29 april 2008

secretaris voorzitter

Naar boven