Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/24320/GA, 22 juli 2022, beroep
Uitspraakdatum:22-07-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          21/24320/GA

    

           

Betreft [klager]

Datum 22 juli 2022

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen het voortduren van zijn plaatsing op de Afdeling Intensief Toezicht (AIT).

De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Krimpen aan den IJssel heeft op 12 november 2021 het beklag ongegrond verklaard (OH-2021-1330). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsvrouw, mr. S. van Minderhout, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager en zijn raadsvrouw gehoord op de zitting van 24 juni 2022 in de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught. Als toehoorder was aanwezig […], juridisch medewerkster op het kantoor van klagers raadsvrouw.

De directeur van de PI Krimpen aan den IJssel (hierna: de directeur) heeft schriftelijk laten weten niet op de zitting te verschijnen.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

De wet vereist geen tussentijdse toets van de voortduring van het verblijf op de AIT. De vergelijking kan worden getrokken met de jurisprudentie met betrekking tot maatregelen bij gedetineerden met een vlucht-/maatschappelijk risico. Op de AIT is intensief toezicht, daarom dient de directeur ook daar tussentijds te kijken of plaatsing nog nodig is. De AIT is niet de regel, maar moet de uitzondering zijn. De noodzaak hiervoor is terug te voeren naar het beginsel van minimale beperkingen. De AIT is een kleine afdeling waar de gedetineerden worden afgesloten van de anderen. Op een normale afdeling gaat de deur open, op de AIT maar vier uurtjes inclusief luchten.

Standpunt van de directeur

De directeur heeft niets toe te voegen aan het verweer in eerste aanleg en de uitspraak van de beklagcommissie.

 

3. De beoordeling

 

Klager is op 16 augustus 2021 op de AIT van de PI Krimpen aan den IJssel geplaatst. De klacht tegen zijn plaatsing op de AIT wordt beoordeeld in het beroep met kenmerk 21/24409/GA.

Klager heeft op 12 september 2021 onderhavige klacht ingediend, omdat hij een gesprek heeft gehad met de directeur in verband met zijn verblijf op de AIT. De directeur zou hier volgens klager op 8 september 2021 op terugkomen, maar klager heeft op 12 september 2021 nog niks vernomen.

Aan de orde is dus niet klagers plaatsing op de AIT. De beroepscommissie is van oordeel dat in dit geval geen sprake is van een beslissing van de directeur waartegen op grond van artikel 60, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet beklag openstaat. De omstandigheid dat sprake is van een voortdurende situatie maakt dit oordeel niet anders. Indien een gedetineerde na het verstrijken van de beklagtermijn na de plaatsing wenst op te komen tegen de interne (over)plaatsing, kan hij de directeur om interne overplaatsing verzoeken. Tegen een afwijzende beslissing op dat verzoek staat in beginsel beklag open (zie RSJ 21 maart 2022, 21/22583/GA). Daar is hier geen sprake van.

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in zijn beklag.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

 

 

Deze uitspraak is op 22 juli 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. R. raat, voorzitter, F. van Dekken en mr. dr. J. de Lange, leden, bijgestaan door

mr. S. Jousma, secretaris.

 

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven