Nummer 21/24396/GV
Betreft [klager]
Datum 3 augustus 2022
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)
1. De procedure
De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 15 november 2021 klagers verzoek om kortdurend re-integratieverlof afgewezen.
Klager heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld.
De beroepscommissie heeft klager en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.
2. De beoordeling
Uit de inlichtingen van verweerder blijkt dat aan klager op 28 juni 2022 alsnog kortdurend re‑integratieverlof is verleend om de band met zijn partner en schoonouders op te bouwen, door de dag met hen door te brengen en voorbereidingen te treffen voor zijn huwelijk. Dit betreft een herbeoordeling van het eerder door klager ingediende verzoek om verlof met deze specifieke verlofdoelen. Hij heeft dan ook geen belang meer bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep. De beroepscommissie zal klager daarom niet-ontvankelijk verklaren in zijn beroep.
3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.
Deze uitspraak is op 3 augustus 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M. Iedema, voorzitter, mr. A. Pahladsingh en mr. D.W.J. Vinkes, leden, bijgestaan door mr. A. Back, secretaris.
secretaris voorzitter
Versie informatie document
Publicatie op Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming:
Huidige versie: 1
Datum beschikbaarheid huidige versie: 22-09-2022 (vanaf dit moment beschikbaar op Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming)
Datum document:
Uitspraakdatum: 03-08-2022