Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/7734/GA, 15 juli 2022, beroep
Uitspraakdatum:15-07-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer R-20/7734/GA                                 

Betreft [klager]

Datum 15 juli 2022

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

1. De procedure

Klager heeft (voor zover in beroep aan de orde) beklag ingesteld tegen de weigering van de directeur tot invoer van:

a.         een radio/cd-speler met bluetooth (AR 2019/525);

b.         een sportdrinkbeker/shakebeker (AR 2019/526).

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Alphen te Alphen aan den Rijn heeft op 17 juli 2020 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn klachten. De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw mr. K.H. Zonneveld en de directeur van de PI Alphen (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Het is onjuist dat klager of zijn raadsvrouw op 8 april 2020 een brief heeft ontvangen met de vraag of het beklag (zo begrijpt de beroepscommissie) mondeling behandeld zou moeten worden.

Klager dient ontvankelijk te worden verklaard in zijn klachten, nu de weigering van de directeur om een radio/cd-speler (hierna: radio) en sportdrinkbeker/shakebeker (hierna: sportdrinkbeker) in te voeren beslissingen van de directeur betreffen waartegen op grond van de Penitentiaire beginselenwet beklag openstaat (vgl. RSJ 15 augustus 2017, 17/0744/GA).

Het weigeren van de invoer van de radio is onredelijk en onbillijk. Klager heeft deze voor €170,- aangeschaft. Klager heeft zich voorafgaand aan de invoer laten informeren over de verplichtingen waaraan de radio moest voldoen, door de huisregels en het personeel van de inrichting te raadplegen. De invoer van een radio met bluetooth zou volgens het personeel geen probleem zijn, omdat het LAN-netwerk onklaar gemaakt kon worden. Het personeel heeft het reglement nagekeken en een kopie van de kosten voor het verzegelen en onklaar maken van de zend- en ontvangstmogelijkheden van de radio aan klager gegeven. Bij klager was het vertrouwen gewekt dat hij de radio, zoals aangeschaft, mocht invoeren. Door de invoer te weigeren heeft klager schade geleden.

Ook mag klager geen sportdrinkbeker invoeren, terwijl de helft van de afdeling zo een beker heeft ingevoerd. Ook nadat de invoer van klagers beker was geweigerd, zijn door medegedetineerden bekers ingevoerd. Toen klager hierover sprak met het afdelingshoofd, reageerde die onverschillig. In de PI Nieuwegein mocht klager de beker wel invoeren.

Klager verzoekt het beroep mondeling te mogen toelichten.

Standpunt van de directeur

De directeur heeft kenbaar gemaakt geen aanvullingen op het eerder gevoerde verweer te hebben.

3. De beoordeling

Klager heeft verzocht het beroep mondeling te mogen toelichten. Dit verzoek is niet onderbouwd, terwijl de stukken voldoende informatie bevatten om het beroep te kunnen beoordelen. De beroepscommissie wijst het verzoek daarom af.

Voor zover door klager is geklaagd over de procedure bij de beklagrechter gaat de beroepscommissie hieraan voorbij, nu het beklag in beroep opnieuw ten gronde wordt beoordeeld.

Beklag a.

In paragraaf 4.5.1.1., aanhef en onder b, van de huisregels van de PI Alphen (Verboden voorwerpen) is, voor zover hier van belang, bepaald dat de directeur in elk geval geen toestemming kan geven om zend- en communicatieapparatuur in de verblijfsruimte te houden, anders dan overeenkomstig de bijlage “Lijst met Toegestane voorwerpen” (de beroepscommissie begrijpt: paragraaf 4.5.1.2). In paragraaf 4.5.1.2. van de huisregels (Toegestane voorwerpen) is, voor zover hier van belang, bepaald dat het is toegestaan om een verzegelde radio en/of een cd-speler zonder dataopslag- en opnamemogelijkheid in te voeren, waarvan de eventuele zend- en ontvangstmogelijkheid onklaar is gemaakt. Ook is in de huisregels opgenomen dat elektronische apparatuur voorzien dient te zijn van een deugdelijke verzegeling en dat een USB en/of LAN-aansluiting ongedaan gemaakt dient te worden. De verzegeling en het onklaar maken van aansluitingen wordt uitgevoerd door een extern bedrijf.

Vaststaat dat klager een radio wilde invoeren die bluetooth bevatte. Feit is dat tussen een dergelijke radio en een ander apparaat draadloze verbindingen tot stand kunnen worden gebracht. Met de radio kan dus informatie worden verzonden en worden gecommuniceerd. Uit de stukken is de beroepscommissie gebleken dat klagers radio niet verzegeld kon worden in verband met de aanwezigheid van een bluetoothverbinding. Klagers radio is op grond van de huisregels dan ook niet toegestaan.

Nu klager zich beklaagt over (de concrete toepassing van) een algemene in de inrichting geldende regel, die niet in strijd is met hogere wet- of regelgeving, heeft de beklagrechter klager terecht niet-ontvankelijk verklaard in beklag a.

De beroepscommissie begrijpt dat het voor klager teleurstellend is geweest dat hij zijn radio niet mocht invoeren, terwijl het personeel anders zou hebben gesuggereerd, maar dat kan aan het voorgaande niet afdoen. De beroepscommissie merkt overigens nog op dat eerdere jurisprudentie ten aanzien van de ontvankelijkheid inzake concrete toepassing van een algemene regel een andere uitkomst dan bovenstaande kan suggereren, maar met deze uitspraak wil zij hierover duidelijkheid creëren.

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beroep in zoverre ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter in zoverre bevestigen, met aanvulling van de gronden.

Beklag b.

De sportdrinkbeker die klager wil invoeren staat niet vermeld op de in paragraaf 4.5.1.1. van de huisregels opgenomen lijst van verboden voorwerpen en evenmin op de in paragraaf 4.5.1.2. van de huisregels opgenomen lijst van toegestane voorwerpen. In een dergelijk geval dient de directeur te beslissen na een afweging tussen enerzijds het belang van klager om de voorwerpen op cel te hebben en anderzijds de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting en de aansprakelijkheid van de directeur voor de voorwerpen. Het gaat daarbij om een gunst en niet om een (verworven) recht. Wel geldt dat de afwijzing in elk geval niet op een algemene regel is gebaseerd, zodat klager ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard in dit beklag. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagrechter in zoverre dan ook vernietigen en klager alsnog ontvankelijk verklaren in dit beklag. Om proceseconomische redenen zal de beroepscommissie het beklag in eerste en hoogste instantie afdoen.

De beroepscommissie overweegt dat in dit geval niet is gebleken van enige belangenafweging. Daarmee is de afwijzing om klagers sportdrinkbeker in te voeren onvoldoende gemotiveerd. Gelet hierop zal de beroepscommissie het beklag gegrond verklaren. De beroepscommissie zal de directeur niet opdragen om een nieuwe beslissing te nemen, omdat klager niet meer in de PI Alphen verblijft. De beroepscommissie ziet ook geen aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep inzake beklag a. ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter, met aanvulling van de gronden.

De beroepscommissie verklaart het beroep inzake beklag b. gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in dit beklag en verklaart dit beklag gegrond. De beroepscommissie kent klager geen tegemoetkoming toe.

Deze uitspraak is op 15 juli 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. T.B. Trotman, voorzitter, mr. J.B. Oreel en mr. R. Raat, leden, bijgestaan door mr. D. Boessenkool, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven