Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0430/GB, 14 april 2008, beroep
Uitspraakdatum:14-04-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/430/GB

Betreft: [klager] datum: 14 april 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.J.J.L. Maalsté, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 7 februari 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de afwijzing van klagers verzoek tot tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf door toepassing van elektronische detentie (hierna: e.d.), ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is door het Gerechtshof te Arnhem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 480 dagen. Na aftrek van de preventieve hechtenis en rekeninghoudend met de vervroegde invrijheidstelling resteert een strafrestant van 80 dagen. Bij brief van 16 januari
2008 is klager opgeroepen zich op 4 februari 2008 te melden bij de locatie Bankenbosch te Veenhuizen. Bij brief van 30 januari 2008 is de datum verschoven naar 9 juni 2008.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Aan klager is een formulier toegezonden waarin hem wordt gevraagd of hij in aanmerking wil komen voor e.d. Klager heeft dit formulier ingevuld en opgestuurd. Door toezending van het formulier is
bij klager een gerechtvaardigd vertrouwen opgewekt dat hij in aanmerking komt voor e.d. Dit vertrouwen is door de afwijzing geschonden.
Volgens de in de Circulaire elektronische detentie van 7 maart 2005 met nummer 5291588/04/DJI (hierna: de circulaire) voor e.d. beschreven procedure vindt bij het Landelijk Coördinatiepunt Arrestatiebevelen (LCA) een eerste screening plaats of een
veroordeelde in aanmerking komt als zelfmelder of niet. Indien een persoon in aanmerking komt als zelfmelder, wordt de zaak overgedragen aan het Bureau Capaciteitsbenutting Logistiek (BCL) van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Klager heeft erop
vertrouwd dat deze procedure is gevolgd. Klager heeft nooit een oproep ontvangen voor een intakegesprek van de PIA. Klager meent dat in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur is gehandeld, meer in het bijzonder het
zorgvuldigheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel.
Volgens voormelde circulaire komt voor e.d. slechts in aanmerking de zelfmelder ten aanzien van wie de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf van maximaal drie maanden is gelast. Anders dan de selectiefunctionaris, is klager van mening dat deze regel
betrekking heeft op de tenuitvoerlegging van de nog openstaande vrijheidsstraf. De regel laat deze interpretatie ook toe aangezien er niet staat dat het om de opgelegde vrijheidsstraf gaat, doch dat het om de (thans) gelaste tenuitvoerlegging van de
vrijheidsstraf gaat.
Nu het gaat om de tenuitvoerlegging van 80 dagen, valt klager binnen de doelgroep voor e.d.
Klager meent voorts dat er sprake is van willekeur nu gelet op artikel 2 sub b van de circulaire de mogelijkheid is geschapen om geweldsdelinquenten aansluitend op (60% van) hun gevangenisstraf en een strafrestant van maximaal 90 dagen in aanmerking te
laten komen voor e.d. Aan klager is deze mogelijkheid nimmer geboden.
Klager werkt sedert geruime tijd fulltime en huurt een huis dat hij kwijt zal raken op het moment dat hij wordt gedetineerd. Verder is van belang dat het strafbare feit uit 2004 dateert en hij sedert meerdere jaren een werkend leven leidt zonder
politiecontacten.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Aan klager is een onherroepelijke vrijheidsstraf opgelegd van 480 dagen. Gelet op de beschikbare gegevens voldoet klager niet aan de criteria om in aanmerking te komen
voor elektronische detentie. In de circulaire is bepaald dat de opgelegde vrijheidsstraf(fen) waarvan de tenuitvoerlegging is gelast, niet groter mag (mogen) zijn dan maximaal 90 dagen. Het resterende deel van de aan klager opgelegde vrijheidsstraf van
480 dagen, mag dus niet door middel van e.d. worden ondergaan.
Geweldsdelinquenten die een vrijheidsstraf moeten ondergaan van meer dan 90 dagen kunnen in aanmerking komen voor e.d., indien zij meer dan 60 procent van de straf hebben ondergaan en er verder geen contra-indicaties zijn. Deze regeling mag enkel
worden
toegepast indien de capaciteitsdruk op de beschikbare celruimte dat vereist en alle andere mogelijkheden zijn uitgeput. Het is al jaren niet nodig geweest van deze noodmaatregel gebruik te maken. Bovendien valt klager niet onder deze doelgroep. Gelet
op
de door klager aangevoerde bezwaren is de melddatum van 4 februari 2008 verschoven naar 9 juni 2008.

4. De beoordeling
4.1. In de circulaire heeft de minister van Justitie zijn beleid kenbaar gemaakt omtrent de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraf door middel van e.d.

4.2. Klager is veroordeeld tot een vrijheidsstraf van 480 dagen, met aftrek. Klager heeft een strafrestant van 80 dagen.

4.3. In onderdeel 2 van de circulaire wordt onder meer als doelgroep voor e.d. aangewezen:
“a. de zelfmelder ten aanzien van wie de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf van maximaal drie maanden is gelast;”
Op blz. 2 van de circulaire wordt opgemerkt dat e.d. is bestemd voor ‘zelmelders’ aan wie “een vrijheidsstraf is opgelegd van maximaal drie maanden.” Daaruit moet worden afgeleid dat voor het antwoord op de vraag of een veroordeelde voor e.d. in
aanmerking komt, beslissend is de duur van de straf zoals door de strafrechter opgelegd en niet het strafrestant zoals dat bestaat op het moment dat de last tot executie van de straf wordt gegeven. Daaraan kan niet afdoen dat in onderdeel 2 onder b als
doelgroep voor e.d. tevens worden aangeduid “b. geweldsdelinquenten, die 60% van hun straf hebben uitgezeten en met een strafrestant van maximaal 90 dagen.” Dit betreft veroordeelden aan wie een straf van meer dan drie maanden is opgelegd, voor wie
echter bij wijze van noodmaatregel e.d. is mogelijk gemaakt.
Aan klager is naar door hem wordt gesteld en door de selectiefunctionaris niet is weersproken, een formulier gezonden met de vraag of hij in aanmerking wil komen voor e.d. Daarmee is bij hem de verwachting gewekt dat hij in aanmerking kwam de
resterende
detentie in de vorm van e.d. te ondergaan. Nu het strafrestant valt binnen de grenzen die voor e.d. worden gehanteerd, kon de selectiefunctionaris daarom in redelijkheid niet meer besluiten tot afwijzing van e.d. enkel op de grond dat klager niet
voldeed aan de in de circulaire voor e.d. gestelde grens voor toepassing ervan. Tegen deze achtergrond is het beroep gegrond en dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te
nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 14 april 2008

secretaris voorzitter

Naar boven