Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0298/GB, 7 april 2008, beroep
Uitspraakdatum:07-04-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/298/GB

Betreft: [klager] datum: 7 april 2008

De beroepscommissie als bedoeld in art. 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.R. Roethof, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 30 januari 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Alpen a/d Rijn ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 18 maart 2007 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring Ter Apel. Op 1 februari 2008 is hij geplaatst in de gevangenis Alphen a/d Rijn, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
In bezwaar heeft klager aangegeven dat hij op zijn verzoek gehoord wil worden en afschriften van het volledige dossier wil verkrijgen. De selectiefunctionaris heeft het bezwaar ongegrond verklaard, zonder klager te hebben gehoord. Tevens zijn geen
afschriften van het volledige dossier aan de raadsman verstuurd, zodat deze niet in de gelegenheid is gesteld om het bezwaar van nadere gronden te voorzien. Klager meent dat de selectiefunctionaris hiermee in strijd met de beginselen van behoorlijk
bestuur heeft gehandeld. De selectiefunctionaris had klager moeten horen op grond van art. 7:3 onder b van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De raadsman vraagt wederom om afschriften van het volledige dossier.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is op basis van de inrichtingsrapportage geselecteerd voor de gevangenis Alphen a/d Rijn, waar een regime van algehele gemeenschap geldt. In de rapportage heeft klager aangegeven dat hij graag voor die gevangenis geselecteerd wil worden, als hij
niet in aanmerking zou komen voor plaatsing in een b.b.i. Op 8 januari 2008 heeft de Advocaat-Generaal bij het Gerechtshof Amsterdam negatief geadviseerd om klager te plaatsen in een b.b.i. De selectiefunctionaris heeft dit advies gevolgd. Nu het
beroepschrift geen nieuwe gronden bevat, verwijst de selectiefunctionaris inhoudelijk naar de gronden van de bestreden beslissing. De selectiefunctionaris twijfelt niet aan de juistheid van deze beslissing. De selectiefunctionaris is van oordeel dat er
geen sprake is van onbehoorlijk bestuur nu het bezwaar ongegrond is verklaard zonder klager hierover te horen of hem in de gelegenheid te stellen het aan de beslissing ten grondslag liggende dossier in te zien. Voornoemde acties maken naar het oordeel
van de selectiefunctionaris geen deel uit van de te volgen procedure bij de afhandeling van een bezwaarschrift.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Alphen a/d Rijn is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in hoger beroep is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De op de onder 3.2. genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat uit het
advies van het Openbaar Ministerie blijkt dat klager vader wordt van een kind, terwijl de (toekomstige) moeder niet woonachtig is in Nederland. Het ernstige vermoeden dat klager zal trachten zich te onttrekken aan detentie tijdens verlof is hiermee
gerechtvaardigd. De selectiefunctionaris heeft derhalve in redelijkheid kunnen oordelen dat klager, gelet op de inhoud van de verstrekte gegevens, niet in aanmerking komt voor plaatsing in een inrichting met een beperkt beveiligingsniveau.
Met betrekking tot een schending van de beginselen van behoorlijk bestuur, overweegt de beroepscommissie dat klager die stelling onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt. Immers, klager is in de gelegenheid gesteld zijn bezwaren tegen die
selectiebeslissing naar voren te brengen en heeft dat - door tussenkomst van zijn raadsman - ook gedaan. Naar het oordeel van de beroepscommissie is daarmee voldaan aan het beginsel van hoor en wederhoor en moet worden geoordeeld dat ook is voldaan aan
het zorgvuldigheidsbeginsel. Bovendien is de Awb op de onderhavige procedure niet van toepassing.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 7 april 2008

secretaris voorzitter

Naar boven