Nummer 20/16910/GA
Betreft [klager]
Datum 26 juli 2022
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen de omstandigheid dat hij zes dagen te lang op de arrestantenafdeling heeft verbleven.
De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Alphen te Alphen aan den Rijn heeft op 16 december 2020 het beklag ongegrond verklaard (AE-2020-672). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.
Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.
De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de PI Alphen (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klager heeft zes dagen te lang verbleven op de arrestantenafdeling. Zoals de selectiefunctionaris aangeeft, dient de inrichting te regelen dat klager daar niet langer dan 56 dagen verblijft. Er hebben vijf urinecontroles plaatsgevonden en deze waren allemaal in orde. Voorts verwijst klager naar een uitspraak van het gerechtshof Den Haag van 15 maart 2022 waarin is geoordeeld dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld jegens klager. Klager verzoekt om een financiële tegemoetkoming van plusminus €300,-.
Standpunt van de directeur
De directeur heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om zijn standpunt in beroep kenbaar te maken.
3. De beoordeling
Arrestanten mogen maximaal 56 dagen (acht weken) verblijven op een arrestantenafdeling. Het valt onder de zorgplicht van de directeur om tijdig bij de selectiefunctionaris een verzoek te doen tot overplaatsing door middel van een selectieadvies. Uit de voorhanden stukken komt onweersproken naar voren dat klager op dag 61, te weten op 20 juli 2020, ter selectie is aangeboden. Dat is te laat. Ten aanzien van het standpunt van de directeur inhoudende dat arrestanten niet kunnen worden overgeplaatst zolang er geen uitslag van een recente urinecontrole bekend is, merkt de beroepscommissie op dat dit geen omstandigheid betreft die het te laat aanbieden voor selectie rechtvaardigt. Nu het selectieadvies niet tijdig is aangeboden, heeft de directeur naar het oordeel van de beroepscommissie zijn zorgplicht jegens klager geschonden. Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. De beroepscommissie zal deze vaststellen op €15,-.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €15,-.
Deze uitspraak is op 26 juli 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. dr. J. de Lange, voorzitter, mr. R.H. Koning en mr. J.B. Oreel, leden, bijgestaan door mr. B.M.L. Commelter, secretaris.
secretaris voorzitter