Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/571/GV, 2 april 2008, beroep
Uitspraakdatum:02-04-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/571/GV

betreft: [klager] datum: 2 april 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 3 maart 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof toegewezen, onder de voorwaarde dat klager zich niet op een specifiek vermeld adres zal begeven.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager is blij met het hem verleende verlof. Alleen kan hij niet begrijpen dat hij het verlof niet op het opgegeven adres, dat van zijn partner en kinderen, mag doorbrengen. Hij zal dan elders moeten
afspreken om zijn gezin te treffen.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De voorwaarde is opgenomen conform het advies van de politie, op het opgegeven adres zou volgens de politie sprake zijn van drugs- en geweldsdelicten. Het daarna opgegeven adres van de schoonmoeder van klager is wel goedgekeurd. Onvoldoende duidelijk
was dat het eerste opgegeven adres dat van zijn partner was.
Klager heeft zijn verlof inmiddels genoten en zich daarbij aan de gestelde voorwaarde gehouden.
Klager verblijft thans in een beperkt beveiligde inrichting en heeft van daaruit iedere vier weken regimair verlof.

3. De beoordeling
Klager is door de rechtbank Utrecht op 21 december 2007 veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaren wegens overtreding van de opiumwet. Hiertegen is beroep ingesteld.

Het beroep richt zich tegen aan de verlofverlening verbonden voorwaarde.

Gelet op het door de politie gegeven concrete negatieve advies ten aanzien van het door klager aanvankelijk opgegeven verlofadres, heeft de Staatssecretaris ingevolge artikel 5, tweede lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, aan de
verlofverlening de vorengenoemde voorwaarde kunnen verbinden.
Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 2 april 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven