Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/26892/SGA, 20 april 2022, schorsing
Uitspraakdatum:20-04-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          22/26892/SGA

           

Betreft verzoeker

Datum 20 april 2022

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van verzoeker (hierna: verzoeker)

1. De procedure

Verzoekers raadsman, mr. T.S. van der Horst, vraagt namens verzoeker om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van  een algeheel verbod op het aan de geadresseerde gedetineerde(n) uitreiken van poststukken die door eMates – per reguliere post – aan de Penitentiaire Inrichting (PI) worden gezonden.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de landsadvocaat namens de directeur op het schorsingsverzoek en van het klaagschrift. Op 15 april 2022 zijn nadere reacties van verzoekers raadsman en de landsadvocaat ontvangen.

2. De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht.

Uit de stukken komt naar voren dat het gebruik van de berichtenservice van eMates - een digitale berichtenservice waarbij tegen betaling e-maildiensten worden aangeboden aan personen die met gedetineerden willen communiceren - bij besluit van de minister voor Rechtsbescherming (hierna: de minister) van 24 maart 2022 (brief aan de Tweede Kamer van 24 maart 2022, kenmerk 3923371) per 28 maart 2022 is opgeschort in verband met een onderzoek naar deze berichtenservice. Uit de stukken komt verder naar voren dat eMates vervolgens een werkwijze heeft aangenomen, waarbij zij (nieuw) digitaal ontvangen berichten uitprinten en per reguliere post naar de PI versturen, opdat die daarna uitgereikt kunnen worden aan de gedetineerde. eMates is verzocht met deze werkwijze te stoppen. Om de opschorting in stand te houden heeft de Dienst Justitiële Inrichtingen – namens de minister – de PI´s geïnstrueerd de (uitgeprinte) post van eMates niet uit te reiken.

Verzoeker vraagt schorsing van dat laatste en stelt daartoe allereerst dat sprake is van een beslissing van de directeur op grond van artikel 60 van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw). De landsadvocaat betwist dat en stelt dat sprake is van een algemene, voor alle gedetineerden, geldende regel, waardoor verzoeker niet-ontvankelijk in zijn schorsingsverzoek is. 

De voorzitter overweegt dat de vraag of sprake is van een beslissing van de directeur op grond van artikel 60 van de Pbw, of van een voor alle gedetineerden geldende algemene regel - en  zo ja, of deze algemene regel in strijd is met hogere wet- of regelgeving – voor het eerst voorligt. Deze vraag vergt een inhoudelijke beoordeling die het voorlopige oordeel van de voorzitter overstijgt. De voorzitter is van oordeel dat die vraag in de bodemprocedure aan de orde dient te komen, waarbij de feiten kunnen worden vastgesteld. De voorzitter zal het schorsingsverzoek daarom afwijzen.

 

3. De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek af.

Deze uitspraak is op 20 april 2022 gegeven door mr. R.H. Koning, voorzitter, bijgestaan door de secretaris.

    

voorzitter

Naar boven