nummer: 07/3321/GA
betreft: [klager] datum: 26 maart 2008
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 3 december 2007 van de beklagcommissie bij de gevangenis-unit van de locatie Dordtse Poorten te Dordrecht,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 29 februari 2008, gehouden in de penitenitaire inrichtingen Amsterdam, is klager gehoord. De raadsman van klager, mr. G.J. Woodrow, en de directeur van de locatie De Dordste Poorten hebben schriftelijk laten
weten
verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de vermissing van een horloge.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager verzoekt om aanhouding van de mondelinge behandeling van het beroep ten einde de raadsman van klager in de gelegenheid te stellen hem
ter zitting bij te staan. Tevens verzoekt klager een p.i.w.-er als getuige ter zitting op te roepen dan wel hem een schriftelijke verklaring te laten overleggen, omdat de betreffende p.i.w.-er een verklaring kan afleggen over de feiten en
omstandigheden
op de ochtend van de diefstal en omdat hij het horloge heeft gezien.
Klager is van mening dat de inrichting in gebreke is gebleven de deur van zijn cel op tijd te sluiten. Door dit na te laten hebben anderen de gelegenheid gekregen klagers exclusieve horloge uit het kluisje in zijn cel te verwijderen. Klager heeft zijn
cel om 8.00 uur verlaten. De celdeur is volgens een bewaarder om 10.30 uur gesloten. Het horloge is niet via het Bad ingevoerd, maar tijdens het bezoek. De moeder van klager heeft het betreffende horloge tijdens het bezoek geruild voor het horloge dat
klager in bezit had. De vermiste horloge kost € 4.300,=. Klager heeft dit horloge twee jaar geleden gekocht bij een juwelier. Ter zitting van de beroepscommissie heeft klager verklaringen van medegedetineerden en het verweerschrift voor de
beklagcommissie overgelegd.
De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en wijst het verzoek om aanhouding van de mondelinge behandeling van het beroep af. Ook het verzoek van klager een p.i.w.-er mondeling of schriftelijk een verklaring te
laten afleggen wordt afgewezen, nu dit bewijsaanbod, gelet op hetgeen hierna wordt overwogen, niet relevant is voor de verdere beoordeling.
De beroepscommissie stelt voorop dat de gedetineerde in beginsel zelf verantwoordelijk is voor de voorwerpen die hij in de inrichting onder zich heeft, tenzij de directeur een verwijt valt te maken. Dit laatste is uit de stukken niet gebleken. Uit de
door klager ter zitting van de beroepscommissie gegeven toelichting blijkt dat hij het horloge niet via de daarvoor geëigende kanalen heeft ingevoerd, maar via het bezoek van zijn moeder heeft ontvangen. Tevens staat vast dat klager het kostbare
horloge
niet in bewaring heeft gegeven bij de directeur, doch heeft bewaard in een afgesloten gedeelte van zijn kast op zijn (meerpersoons)cel. Tegen deze achtergrond komt de verdwijning van het horloge voor rekening van klager. De omstandigheid dat de celdeur
van klager niet direct is afgesloten – indien al juist - kan niet tot een ander oordeel leiden. Het beroep is derhalve ongegrond.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, mr. dr. H.K. Fernandes Mendes en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 26 maart 2008
secretaris voorzitter