Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/3557/GA, 26 maart 2008, beroep
Uitspraakdatum:26-03-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/3557/GA

betreft: [klager] datum: 26 maart 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van het huis van bewaring (h.v.b.) Torentijd te Middelburg,

gericht tegen een uitspraak van 3 december 2007 van de beklagcommissie bij voormeld h.v.b., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 29 februari 2008, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam, is [...], unit-directeur bij het h.v.b. Torentijd gehoord. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij
daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de inbeslagname van een ventilator.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het beroep van de directeur is niet gericht tegen de gegrondverklaring van het beklag, maar tegen de motivering van de uitspraak van de
beklagcommissie. Volgens de beklagcommissie dient de directeur te onderzoeken aan wie de inbeslagnomen ventilator toebehoort. De directeur bestrijdt dit. De geldende procedure ten aanzien van grotere voorwerpen die gedetineerden op cel mogen houden, is
dat deze bij de badafdeling worden geregistreerd. Zodoende is te achterhalen of een gedetineerde terecht een voorwerp op cel mag houden of dat hij daar op illegale wijze is aangekomen. Indien een gedetineerde een voorwerp wil overnemen van een andere
gedetineerde, dan dient men dit te regelen via een overdrachtsformulier.
De ventilator van klager is ingebeslaggenomen omdat deze niet aan hem toebehoort. Na afloop van de zitting heeft de inrichting de voorzitter van de beklagcommissie geïnformeerd dat één en ander nader zou worden uitgezocht. Uit dit nader onderzoek is
komen vast te staan dat zowel klager als de gedetineerde van wie klager beweert de ventilator te hebben overgenomen, niet in het bezit waren van een ventilator. De inbeslaggenomen ventilator betreft een model dat door de inrichting wordt gehuurd bij de
firma Strijbosch. De directeur is het daarom niet eens met de door de beklagcommissie gevolgde procedure.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Uit de toelichting van de directeur ter zitting van de beroepscommissie blijkt dat het beroep van de directeur niet gericht is tegen de gegrondverklaring van het beklag, doch tegen de door de beklagcommissie gevolgde procedure en gegeven motivering.
Gelet hierop is de beroepscommissie van oordeel dat de directeur een belang ontbeert bij het beroep. De directeur dient derhalve niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beroep.
Ten overvloede merkt de beroepscommissie op dat uit het onderzoek dat de directeur na de uitspraak van de beklagcommissie heeft verricht, genoegzaam is gebleken dat de inbeslagname van de ventilator (achteraf gezien) op juiste gronden heeft
plaatsgevonden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart de directeur niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild voorzitter, mr. dr. H.K. Fernandes Mendes en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 26 maart 2008

secretaris voorzitter

Naar boven