Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/2599/GA, 26 maart 2008, beroep
Uitspraakdatum:26-03-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/2599/GA

betreft: [klager] datum: 26 maart 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 30 augustus 2007 van de beklagcommissie bij de gevangenis Zoetermeer,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 29 februari 2008, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.C. Vingerling, en [...], unit-directeur bij de gevangenis Zoetermeer.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering een uitzondering te maken op het verbod een computer (een laptop) op cel te hebben.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De klacht is niet gericht tegen een voor alle gedetineerden in de inrichting verblijvende geldende maatregel, maar tegen de afwijzing van zijn
schriftelijk gemotiveerde verzoek om in zijn geval een uitzondering te maken op het verbod een laptop op cel te hebben. Klager mocht zijn laptop in de gevangenis Alphen aan den Rijn wel op cel houden. Klager verwijst naar de klacht die tot de uitspraak
van de beroepscommissie van 2 maart 2006 met nummer 06/129/GA heeft geleid.
Klager is voorzitter van de stichting Landelijke Gedetineerdencommissie en hoofdredacteur van het magazine Respond. De stichting is een belangenorganisatie voor (ex)gedetineerden. Voor de werkzaamheden voor Respond heeft klager zijn laptop (met
printer)
nodig. In de periode dat klager zijn laptop op cel had, heeft hij daarvan gebruik gemaakt volgens de daarover gemaakte afspraken. Bij verschillende controles is gebleken dat de laptop op cel geen gevaar voor de orde en veiligheid vormde. De laptop is
in
verzegelde en beveiligde toestand meeverhuisd naar Zoetermeer. Klager vertrouwt erop dat hij zijn laptop en printer ook in een andere gevangenis op cel mag houden. Over de beveiliging op de laptop is destijds overleg geweest tussen de gevangenis Alphen
aan den Rijn en het ministerie van Justitie.
Klager verzoekt de schade niet verder te laten oplopen. Door de bestreden beslissing kan de stichting niet meer aan haar verplichtingen voldoen. Het gaat dan om verplichtingen ten aanzien van de abonnees, de adverteerders, het ontwerpbureau en de
drukker. Ook aan de financiële wettelijke verplichtingen kan klager niet meer voldoen. Indien geen toestemming wordt verleend voor de laptop op cel, betekent dit het einde van de stichting en het magazine Respond.
De beslissing van de directeur is onbegrijpelijk, omdat twee andere gedetineerden op dezelfde afdeling wel een laptop op cel hebben. Bij één van die gedetineerden houdt de directeur wel rekening met het redacteurschap van de interne bajeskrant.
Daarnaast beroept klager zich op diverse uitspraken van de beroepscommissie. De directeur legt hem onnodig beperkingen op en handelt daarmee in strijd met de Pbw, de Grondwet en internationale verdragen. De directeur dient een redelijke
belangenafweging
te maken. Dat is niet gebeurd.
Aan de stichting zijn advocaten verbonden, die het redacteurschap van Respond niet op zich kunnen nemen. Zij zijn daarvoor niet aangesteld. Het voert te ver om advocaten te verzoeken namens de stichting brieven van gedetineerden te beantwoorden. Per
week ontvangt klager 3 à 4 brieven van gedetineerden en gedeco’s. Klager was in de gevangenis Alphen aan den Rijn elke dag bezig voor de stichting. Hij heeft een belang om ook in de gevangenis Zoetermeer te beschikken over een laptop op cel. Klager
heeft speciale software nodig voor het ontwerpen van het magazine. Deze en de andere benodigde software is niet beschikbaar op de computers die de inrichting ter beschikking stelt voor gedetineerden.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Er heeft wel degelijk een belangenafweging plaatsgevonden. Het is landelijk beleid zeer terughoudend te zijn bij computers op cel. In de gevangenis
Zoetermeer is een computer op cel niet toegestaan. Dit verbod is ingesteld om veiligheidsoverwegingen. Een uitzondering op deze regel is in Zoetermeer alleen mogelijk als dat in het kader van de rechtsgang noodzakelijk is. Eén medegedetineerde heeft om
deze reden toestemming gekregen een laptop op zijn cel te gebruiken. Het was in verband met zijn omvangrijke strafzaak ondoenlijk om met papieren dossiers te werken. Een andere gedetineerde heeft toestemming gekregen voor de interne bajeskrant. De
werkzaamheden van de stichting dienen een landelijk belang en niet het belang van de inrichting, zoals dat wel het geval is bij de interne bajeskrant.
Klager is voorzitter van de landelijke gedeco. Uit dien hoofde claimt hij extra faciliteiten, zoals extra bellen, geen duocelplaatsing en een laptop op cel. De stichting Landelijke Gedetineerdencommissie is een niet erkende organisatie. Dat wil zeggen
dat de stichting niet voorkomt op de lijst van erkende niet-justitiegebonden organisaties. De stichting bestaat uit meerdere personen dan klager alleen. Deze mensen zijn niet gedetineerd. De werkzaamheden van de stichting kunnen daarom grotendeels
extern worden belegd. De gevraagde faciliteiten brengen klager in een zodanige uitzonderingspositie, dat dit zich niet meer in redelijkheid verhoudt tot de regels waar de overige gedetineerden aan zijn gebonden. Deze uitzonderingspositie is in strijd
met een behoorlijke tenuitvoerlegging van de detentie. Bovendien kan klager gebruik maken van de computers op onderwijs. Alles wat klager wenst kan door de inrichting worden gefaciliteerd. Wat betreft de specifieke software die klager nodig heeft, kan
gekeken worden hoe dit is op te lossen. De directeur is niet bekend met het overleg tussen de gevangenis Alphen aan den Rijn en het ministerie van Justitie over de beveiliging van de software.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 60, eerste lid, Pbw kan een gedetineerde beklag doen over een hem betreffende door of namens de directeur genomen beslissing. Nu de klacht van klager gericht is tegen de weigering van de directeur een uitzondering te maken op het
verbod een laptop op cel te hebben, kan klager in zijn klacht worden ontvangen.

Op grond van artikel 45, eerste lid, Pbw kan in de huisregels worden bepaald dat het bezit van bepaalde soorten voorwerpen binnen de inrichting of een bepaalde afdeling daarvan verboden is, indien dit noodzakelijk is in het belang van de handhaving van
de orde of veiligheid in de inrichting, dan wel de beperking van de aansprakelijkheid van de directeur voor de voorwerpen. In onderdeel 4.5.1.1 van de huisregels van de gevangenis Zoetermeer zijn computers aangewezen als vorenbedoelde verboden
voorwerpen.

Uit de stukken en de ter zitting gegeven toelichting blijkt dat een uitzondering op het verbod wel wordt toegestaan indien dat in het kader van de behandeling van de strafzaak van een gedetineerde wenselijk wordt geacht. Voorts is gebleken dat de
directeur voor werkzaamheden in verband met de interne bajeskrant een uitzondering maakt op het verbod een laptop op cel te hebben.
De beroepscommissie is van oordeel dat zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet valt in te zien dat de veiligheid in de inrichting bij het gebruik van een laptop op cel voor werkzaamheden voor de interne bajeskrant (kennelijk) niet in gevaar
komt,
maar in de omstandigheden van klager (kennelijk) wel. Voorts is gebleken dat de directeur geen contact heeft opgenomen met de gevangenis Alphen aan den Rijn, alwaar ten behoeve van klager wel voldoende belang werd aangenomen voor het bezit van een
laptop op cel. Voor een dergelijk contact bestaat in de omstandigheden van het geval aanleiding, nu klager – zijdens de directeur onvoldoende gemotiveerd weersproken – stelt dat over de veiligheidsaspecten contact is geweest tussen deze inrichting en
het ministerie van Justitie. Verder is gebleken dat voor klager geen adequaat alternatief voorhanden is om aan zijn verplichtingen te voldoen.
Gelet op al het vorenoverwogene dient het beklag gegrond te worden verklaard. De beroepscommissie zal voorts de directeur opdragen een nieuwe beslissing te nemen, met inachtneming van deze uitspraak.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond.
Zij vernietigt de beslissing waarover is geklaagd en draagt de directeur op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, mr. dr. H.K. Fernandes Mendes en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 26 maart 2008

secretaris voorzitter

Naar boven