Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/2852/GB, 25 maart 2008, beroep
Uitspraakdatum:25-03-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/2852/GB

Betreft: [klager] datum: 25 maart 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. L.S. Slinkman, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 oktober 2007 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een penitentiaire inrichting in de omgeving van Utrecht afgewezen.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 12 januari 2004 gedetineerd. Hij verbleef in de Gevangenis Ter Apel, maar verblijft sedert november 2007 in locatie Oost (penitentiair ziekenhuis) te Den Haag.

2.2. Bij uitspraak van 17 maart 2008, kenmerk 07/2853/GM, heeft de beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel het beroep van klager naar aanleiding van de klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de
medisch adviseur van 5 oktober 2007, betreffende de wijze waarop aan klager zuurstof wordt verstrekt, ongegrond verklaard.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De overweging van de selectiefunctionaris, dat het aan klager zelf te wijten zou zijn om ver buiten de regio van Utrecht geplaatst te worden omdat klager zich heeft onttrokken aan detentie, kan klager niet plaatsen. Het onttrekken aan detentie is geen
rechtsgrond om bij wijze van sanctie klager zover mogelijk van zijn woonplaats te plaatsen.
Klager lijdt aan clusterhoofdpijn. Hiervoor heeft hij zuurstof nodig. Klager meent dat hij goede gronden had om zich aan detentie te onttrekken, omdat aan klager geen zuurstof werd verstrekt.
Met betrekking tot de zuurstoftoediening wordt aan klager - gedurende de tijd dat hij achter de deur zit - niet onmiddellijk zuurstof ter beschikking gesteld. Klager moet soms een halfuur wachten voordat zuurstof aan hem wordt verstrekt. Klager heeft
tegen deze gang van zaken een kort geding aanhangig gemaakt. Op 16 november 2007 heeft de voorzieningenrechter vonnis gewezen betreffende de zuurstoftherapie. De overwegingen van de voorzieningenrechter worden aangemerkt als gronden voor
bezwaar. Klager wil in een inrichting in de omgeving van Utrecht geplaatst worden, waarbij aan klager 24 uur per dag zuurstof ter beschikking wordt gesteld.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
De beslissing om klager te plaatsen in de Gevangenis Ter Apel is gebaseerd op de selectierapportage van de penitentiaire inrichting in Ter Apel. Klager heeft meer interne vrijheden in de Gevangenis Ter Apel en de voortgang van zuurstoftoediening blijft
gewaarborgd. De zuurstofvoorziening loopt inmiddels goed.
Het feit dat klager buiten de regio Utrecht is geplaatst, is grotendeels aan klager zelf te wijten. Klager verbleef aanvankelijk in een inrichting te Zutphen, maar keerde daar op 14 januari 2005 niet terug van verlof.
Omdat klager niet was teruggekeerd van verlof komt hij (nog) niet in aanmerking voor een b.b.i.-regime.

4. De beoordeling
De beroepscommissie stelt vast dat het beroep betrekking heeft op het medische belang en op de plaats van de inrichting.
Nu de zuurstofvoorziening goed verloopt, is er geen medisch belang om klager over te plaatsen. Het medisch beroep van klager betreffende de wijze waarop aan klager zuurstof wordt verstrekt is ongegrond verklaard. Uit die uitspraak verneemt de
beroepscommissie overigens dat naar een oplossing voor klager wordt gezocht.
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
De afstand tussen Utrecht en Ter Apel wordt niet onoverkomelijk geacht. Hetgeen door klager is aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is daarom onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 25 maart 2008

secretaris voorzitter

Naar boven