Nummer: 08/261/GB
Betreft: [klager] datum: 25 maart 2008
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 21 januari 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem niet over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) Zwolle ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 6 november 2007 gedetineerd. Op 3 maart 2008 is hij door de meervoudige (straf)kamer van de arrondissementsrechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf. Die veroordeling is inmiddels onherroepelijk geworden.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager wil graag alsnog overgeplaatst worden naar Zwolle. In het h.v.b. Ter Apel heeft hij enkel goede rapportages en heeft hij zich als modelgedetineerde gedragen. Klager wil graag naar Zwolle omdat zijn vriendin, die in een vergevorderd stadium van
de
zwangerschap is, hem daar kan komen bezoeken. De reis naar Ter Apel is voor haar, in haar toestand en met haar kinderen, niet goed mogelijk. Ook de rest van klagers familie woont in de buurt van Zwolle. Op 18 februari 2008 is klagers strafzaak in
Groningen behandeld.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is in Ter Apel ingesloten omdat hij wordt vervolgd door de officier van justitie van het arrondissementsparket te Groningen. Bepaalde afdelingen van de penitentiaire inrichting Ter Apel zijn aangewezen voor de onderbrenging van preventief
gedetineerden uit het arrondissement Groningen. In beginsel is uitgangspunt dat gedetineerden worden geplaatst in een inrichting zo dicht als mogelijk bij de plaats van vervolging, om de transportlijnen zo kort mogelijk te houden. Klager heeft verzocht
te worden overgeplaatst naar Zwolle omdat zijn partner en familie hem daar gemakkelijker zouden kunnen bezoeken. Dat verzoek is niet gehonoreerd. Reden daarvoor is dat klager iemand is met een lange detentiestaat. Daarnaast is hij fors cocaïnegebruiker
en staat hij daarvoor onder toezicht bij de reclassering en de verslavingszorg Noord Nederland. Een medewerker van die instelling bezoekt klager regelmatig in Ter Apel. Een en ander was voor de selectiefunctionaris aanleiding om klager niet over te
plaatsen.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als veroordeelde in afwachting van de plaatsing in een gevangenis, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. De selectiefunctionaris heeft bij de plaatsing van gedetineerden een aantal belangen te beschermen. Allereerst dient hij de gedetineerde in een inrichting te plaatsen die voor hem het geschikte regime en beveiligingsniveau heeft. Vervolgens
dient de selectiefunctionaris de goede rechtsgang te bewaken door
– in beginsel – de gedetineerde zo veel als mogelijk in een inrichting te plaatsen zo dicht als mogelijk bij het gerecht waar zijn vervolging plaatsvindt. Van een dergelijke plaatsing kan door de selectiefunctionaris worden afgezien indien daarvoor
zodanig dringende omstandigheden van persoonlijke aard bestaan, dat die een afwijking rechtvaardigen. Ook dient de selectiefunctionaris de capaciteitsbenutting van de diverse inrichtingen te bewaken. Tenslotte dient de selectiefunctionaris de
persoonlijke belangen van klager – bij een voor hem in alle opzichten optimale plaatsing – mee te wegen bij zijn beslissing om klager in een bepaalde inrichting te plaatsen.
Hoewel op zich aannemelijk is dat klager door zijn verblijf in Ter Apel gehinderd wordt in de mogelijkheid om bezoek te ontvangen, geldt dat de selectiefunctionaris in dit geval het belang van de goede rechtsgang – daarop neerkomende dat er sprake is
van korte transportlijnen – voorrang mocht geven boven klagers persoonlijke belang bij bezoek van zijn familie. Het vorenstaande maakt dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in
aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk moet worden geacht.
Nu klager, hij is inmiddels op 3 maart 2008 onherroepelijk veroordeeld, in aanmerking komt voor plaatsing in een gevangenis, gaat de beroepscommissie er vanuit dat een dergelijke plaatsing op korte termijn zal geschieden. Bij die gelegenheid kan de
selectiefunctionaris bij zijn beslissing rekening houden met de bereikbaarheid voor klagers bezoek.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 25 maart 2008.
secretaris voorzitter