Nummer 21/20176/GA
Betreft [Klager]
Datum 10 augustus 2022
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen de omstandigheid dat hij drie weken lang geen gebruik heeft kunnen maken van Skype door een technische storing.
De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Krimpen aan den IJssel heeft op 21 februari 2021 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (IJ-2021-100). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.
Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.
De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de PI Krimpen aan den IJssel in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
2. De standpunten
Standpunt van klager
Artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens is geschonden, omdat klager niet-ontvankelijk is verklaard. Daar komt nog bij dat klager zich niet mondeling heeft kunnen verweren en het verweerschrift van de directeur niet heeft gezien. Dat het aanbieden van Skype een gunst en geen recht is, is onjuist. Uit de Memorie van Toelichting (MvT) bij de Penitentiaire Beginselenwet (Pbw) volgt namelijk dat het recht op bezoek een fundamenteel recht is. In de Pbw staat niet wat bezoek behelst. Wel staat in de Algemene wet bestuursrecht dat bijvoorbeeld een gemeenteraadsvergadering openbaar moet zijn. Een gemeenteraadsverkiezing via Zoom wordt dan ook niet uitgesloten. Dit kan naar analogie op klagers zaak worden toegepast. Daarom had klager wel ontvankelijk moeten worden verklaard. Buiten de vraag of Skype nu een gunst of een recht zou zijn, heeft de directeur een actieve inspanningsverplichting en zorgplicht om Skype te activeren. In deze coronatijd was Skype drie weken lang niet beschikbaar. Dit was buitenproportioneel. De directeur heeft geen enkel bedrijf ingeschakeld om een goed werkende verbinding mogelijk te maken. Bovendien is Skype juist in ieders belang, omdat op die manier coronabesmettingen voorkomen kunnen worden. Klager verzoekt dan ook om aan hem een tegemoetkoming toe te kennen.
Standpunt van de directeur
De directeur sluit zich aan bij de uitspraak van de beklagrechter.
3. De beoordeling
Voor zover door klager is geklaagd over de procedure bij de beklagrechter gaat de beroepscommissie hieraan voorbij, nu het beklag in beroep opnieuw ten gronde wordt beoordeeld.
Ontvankelijkheid van klager in het beklag
De Pbw regelt in Hoofdstuk VII het contact van gedetineerden met de buitenwereld. Het betreft ingevolge de MvT bij de Pbw (Kamerstukken II, 1994/95,24263, nr. 3, p. 56) correspondentie, bezoek, telefoneren en contact met vertegenwoordigers van de media. Communicatie met behulp van internet – waaronder Skype – is niet in de Pbw geregeld.
Om verdere verspreiding van het coronavirus binnen de PI´s te voorkomen, werden tijdens de coronapandemie skypemomenten ingevoerd. Deze skypemomenten golden als alternatief voor het opgeschorte bezoekrecht. De beroepscommissie merkt op dat – ten tijde van de indiening van klagers klaagschrift – fysiek bezoek tijdelijk weer mogelijk was, maar dat ook skypemomenten nog steeds in de PI´s werden aangeboden.
De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht, nu het niet doorgaan van klagers skypemoment wegens een technische storing geen beslissing van de directeur betreft. De beroepscommissie overweegt dat voor het voeren van gesprekken via Skype, aansluiting dient te worden gezocht bij artikel 38 van de Pbw. Op grond van artikel 38, eerste lid, van de Pbw heeft een gedetineerde het recht gedurende ten minste één uur per week op in de huisregels vastgestelde tijden en plaatsen bezoek te ontvangen. Uit voornoemd artikel vloeit de verplichting van de directeur voort voldoende inspanningen te verrichten om de omstandigheden te creëren waaronder het bezoek ongestoord kan plaatsvinden. Over een eventuele schending van de uit voornoemd artikel voortvloeiende zorgplicht ten aanzien van klagers bezoekrecht kan derhalve geklaagd worden op grond van artikel 60, eerste lid, van de Pbw (RSJ 4 oktober 2019, R-18/2446/GA). Naar het oordeel van de beroepscommissie valt hieronder ook het leveren van inspanningen voor goed functionerende internetverbindingen in het kader van het ontvangen van digitaal bezoek via Skype en het bieden van voldoende compensatie voor contactmomenten die vanwege technische storingen niet door kunnen gaan.
De beroepscommissie zal gelet op het voorgaande de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en klager alsnog ontvankelijk verklaren in zijn beklag. De beroepscommissie zal om proceseconomische redenen als enige en hoogste instantie inhoudelijk op het beklag beslissen.
Inhoudelijke beoordeling
Klager heeft in zijn klaagschrift aangevoerd dat hij ruim drie weken lang geen gebruik heeft kunnen maken van Skype door een technische storing. Deze technische storing viel onder meer tijdens de feestdagen. In deze periode heeft klager geen contact met zijn ouders kunnen onderhouden. Op grond van de stukken concludeert de beroepscommissie dat klager de skypemomenten als alternatief voor fysiek bezoek wenste in te zetten, wat nu niet mogelijk was vanwege de technische storing. In de beklagprocedure is door de directeur geen verweer gevoerd. De beroepscommissie heeft de directeur in beroep in de gelegenheid gesteld om alsnog inhoudelijk verweer te voeren. Nu door de directeur ook in beroep geen inhoudelijk verweer is gevoerd, valt niet na te gaan of de directeur voldoende inspanningen heeft geleverd om alsnog een goed functionerende internetverbinding voor klager mogelijk te maken en welke compensatie is geboden voor contactmomenten die niet door konden gaan vanwege de technische storing. Bij deze stand van zaken zal de beroepscommissie het beklag alsnog gegrond verklaren en aan klager, voor het door hem ondervonden ongemak, een tegemoetkoming toekennen van €12,50.
3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €12,50.
Deze uitspraak is op 10 augustus 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M. Iedema, voorzitter, mr. E. Dinjens en mr. D. van der Sluis, leden, bijgestaan door mr. P.L. Kraaijenbrink, secretaris.
secretaris voorzitter