Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0247/GB, 19 maart 2008, beroep
Uitspraakdatum:19-03-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/247/GB

Betreft: [klager] datum: 19 maart 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.C. Sneep, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 22 januari 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers bezwaar tegen de beslissing hem in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.), normaal beveiligde afdeling, uitgesloten van regimesgebonden verlof, conform artikel 20, tweede lid, van de Regeling tijdelijk verlaten
van de inrichting (hierna: de Regeling), te plaatsen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 19 oktober 2007 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring Tilburg. Op 14 december 2007 is hij geplaatst in de gevangenis Tilburg, waar een regime van algehele gemeenschap geldt en een normale mate van beveiliging als bedoeld
in
artikel 20, tweede lid, van de Regeling.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klagers gedrag in detentie is als goed te kwalificeren. Klager meent dan ook in aanmerking te komen voor (regimair) verlof. Zijn ex-partner woont niet langer in de regio waar hij zijn verlof wil doorbrengen. Het veiligheidshuis zou hebben aangegeven
dat
er twee aangiftes tegen klager zijn gedaan. Klager weet hier niets van. Dit zou regimair verlof dan ook niet in de weg mogen staan. Nu de negatieve advisering van het veiligheidshuis verder niet wordt weergegeven is de bestreden beslissing op
onzorgvuldige wijze tot stand gekomen.
In zijn nadere aanvulling van 4 maart 2008 heeft de raadsman in reactie op de toelichting van de selectiefinctionaris nog toegevoegd dat uit de stukken naar voren komt dat klagers gedrag gedurende de detentie als goed te bestempelen is. De drie
aangiftes tegen klager zijn niet geconcretiseerd. Klager is gedurende zijn detentie éénmaal verhoord omtrent aangiftes die dateren van vóór zijn detentie. Overigens is aan de vermeende aangiftes geen gevolg gegeven. Daarbij is een aangifte alleen niet
genoeg voor de onderhavige weigering. Een openstaande rechtbankzaak is klager niet bekend. Opmerkelijk is verder dat het veiligheidshuis ondanks het positieve advies van de politie, negatief adviseert, zonder in te gaan op de reden van de afwijking van
het positieve advies.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de beslissing als volgt toegelicht.
Het negatieve advies van het veiligheidshuis is een doorslaggevende factor voor de beslissing klager niet te plaatsen in een b.b.i. met regimair verlof.
In de reactie op het beroep is daaraan nog toegevoegd dat er op 6 februari 2008 contact is opgenomen met de coördinator van het veiligheidshuis. Hij blijft bij zijn negatieve advies, ongeacht in welke plaats klager zijn verlof wil doorbrengen. Tevens
werd aangegeven dat tijdens deze detentie driemaal aangifte tegen klager is gedaan. Klager zou telefonische bedreigingen hebben geuit vanuit de p.i. Op dit moment is het nog onduidelijk of deze aangiftes tot vervolging zullen leiden.
Uit nader onderzoek blijkt dat het uittreksel Justitiële Documentatie een openstaande rechtbankzaak weergeeft. Er is nog geen zittingsdatum bekend. Deze openstaande zaak is een contra-indicatie voor plaatsing in een b.b.i.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (nummer 5042803/00/DJI) komen naast zelfmelders voor plaatsing in een b.b.i. in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. In de toelichting op dit artikel (Staatscourant 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving
een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. Gelet op de einddatum van klagers detentie en de opmerking van de selectiefunctionaris dat er nog geen zittingsdatum bekend is voor de behandeling van de nog openstaande strafzaak, kan worden aangenomen dat deze niet gedurende de huidige
detentie zal worden behandeld, zodat kan worden aangenomen dat de einddatum van klagers detentie vaststaat. Het advies van het veiligheidshuis is van doorslaggevende betekenis voor de beslissing waarvan beroep. In dit advies wordt verwezen naar de
ernst
van eerder gepleegde strafbare feiten. Voor het geval daarmee wordt gedoeld op de straf waarvoor thans detentie plaatsvindt, moet worden geoordeeld dat de hoogte van de opgelegde straf in het licht van de voor het feit gegeven kwalificatie betrekkelijk
gering is.Voorts is er onvoldoende concrete informatie omtrent de aangiftes die gedaan zijn. Dat in samenhang met de vanuit de inrichting verstrekte informatie dat klager zich correct gedraagt en als vriendelijk te boek staat, is de beroepscommissie
van
oordeel dat de door de selectiefunctionaris genomen beslissing bij afweging van alle feiten en omstandigheden onredelijk en onbillijk moet worden geacht. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de selectiefunctionaris zal worden opgedragen
een nieuwe beslissing te nemen.
De beroepscommissie zal in een afzonderlijke beslissing bepalen of enige tegemoetkoming aan klager geboden is.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij zal in een afzonderlijke beslissing bepalen of enige tegemoetkoming aan klager geboden is.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 19 maart 2008

secretaris voorzitter

Naar boven