Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/23323/GM, 31 maart 2022, beroep
Uitspraakdatum:31-03-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          21/23323/GM

Betreft             [Klager]

Datum             31 maart 2022

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat hij niet of niet volledig is geïnformeerd over het gebruik van een cholesterolverlagend medicijn.

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft klager en zijn raadsvrouw, mr. R.S.E. Bruinen, gehoord op de digitale zitting van 28 januari 2022. De inrichtingsarts heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager heeft last van vaatlijden. Door een medisch-specialist is eerder het cholesterolverlagende atorvastatine voorgeschreven. Klager kreeg van dit medicijn lichamelijke bijwerkingen (pijnklachten) en om die reden heeft hij aan de medische dienst om andere medicatie gevraagd. Klager heeft vervolgens simvastatine voorgeschreven gekregen. De medische dienst heeft klager echter niet of onvoldoende geïnformeerd over de bijwerkingen van deze medicatie. Ook is aan klager geen bijsluiter verstrekt.

Toen klager ook bijwerkingen kreeg van deze medicatie, heeft hij om de bijsluiter gevraagd. In de bijsluiter staat dat beweging belangrijk is en dat het medicijn niet gecombineerd kan worden met de vitamine ‘niacine’. Ook staat er in de bijsluiter dat de gebruiker een bepaald dieet moet volgen. Dit is niet verteld aan klager toen hij voor het eerst deze medicatie kreeg. Dit heeft klager ook bij de medische dienst aangegeven.

Klager verblijft momenteel in de Extra Beveiligde Inrichting. Hij heeft de mogelijkheid om te luchten en te sporten, maar dit is voor hem niet toereikend. Hij kan zelf koken.

Standpunt van de inrichtingsarts

Met klager is meerdere keren gesproken over de behandeling van zijn verhoogd cholesterol en over het gegeven dat het lastig is om de cholesterol te laten dalen met alleen voeding en verandering van leefstijl. Klager krijgt de gelegenheid om zelf te koken en hij kan dus zelf rekening houden met zijn voedingskeuzes. Het is niet aan de inrichtingsarts om invulling te geven aan de bewegingsvrijheid van klager.

De medische dienst heeft geprobeerd duidelijke informatie te geven over de werking van het medicijn inclusief de mogelijkheid dat er opnieuw spierklachten als bijwerking zouden kunnen optreden. Klager kan zich bij bijwerkingen wenden tot de medische dienst. 

 

3. De beoordeling

Het niet verstrekken van een bijsluiter

Klager heeft gesteld dat hij bij de verstrekking van de door de medische dienst voorgeschreven medicatie (simvastatine) geen bijsluiter heeft ontvangen. Pas op een later moment, toen klager daar zelf om vroeg, is de bijsluiter alsnog verstrekt.

De inrichtingsarts heeft deze stellingen niet weersproken. Gelet daarop en in aanmerking genomen dat de stukken, waaronder het medisch dossier, geen aanknopingspunten bevatten om aan de stellingen van klager te twijfelen, gaat de beroepscommissie van de juistheid daarvan uit.

De beroepscommissie merkt op dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van de Geneesmiddelenwet en artikel 7, tweede lid, aanhef en onder e, van het Besluit Geneesmiddelenwet respectievelijk de fabrikant zorgt voor de aanwezigheid van een bijsluiter in de verpakking van een geneesmiddel en de apotheekhoudende op de verpakking vermeldt dat voor het gebruik de bijsluiter moet worden geraadpleegd, indien de verpakking een bijsluiter bevat.

Hoewel de primaire verantwoordelijkheid bij de fabrikant en de apotheker ligt, heeft, naar het oordeel van de beroepscommissie, de medische dienst de verantwoordelijkheid gedetineerden te informeren over de aanwezigheid van bijsluiters en deze, indien aanwezig, aan hen te verstrekken.

Nu dit in het geval van klager bij het geneesmiddel simvastatine niet is gebeurd, dient het handelen van de inrichtingsarts in zoverre aangemerkt te worden als in strijd met de norm zoals bedoeld in artikel 71f, derde lid, onder a. of b., van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw). Dat met klager wel is gesproken over het nieuwe geneesmiddel, leidt gezien de op de medische dienst rustende verantwoordelijkheid voor het verstrekken van een bijsluiter, niet tot een ander oordeel. De beroepscommissie ziet aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen van €25,-.

Onvoldoende zorg voor klagers cholesterol

De inrichtingsarts heeft aan klager in verband met bijwerkingen andere cholesterolverlagende medicatie voorgeschreven. Dat klager door deze medicatie wederom bijwerkingen heeft ervaren, betekent zonder meer nog niet dat het handelen van de inrichtingsarts onzorgvuldig is geweest. Hoogstens bestond er aanleiding om opnieuw andere cholesterolverlagende medicatie te overwegen.  

De inrichtingsarts kan verder alleen informatie geven over het in de bijsluiter vermelde advies om te bewegen en een aangepast dieet te volgen. De inrichtingsarts is niet in de positie om te bepalen dat klager recht heeft op meer bewegingsvrijheid. Dit valt onder de verantwoordelijkheid van de directeur.

Voor de behandeling van een te hoog cholesterol is klager voornamelijk aangewezen op medicatie. Hoewel een goede leefstijl en beweging een positief effect kunnen hebben op de hoogte van zijn cholesterol, betekent dit niet dat klager in detentie niet voldoende bewegingsvrijheid zou hebben. Klager heeft bovendien de mogelijkheid om zelf te koken en kan zo zelf bepalen welk dieet passend is bij het verlagen van zijn cholesterol.

Het handelen van de inrichtingsarts kan in zoverre niet worden aangemerkt als in strijd met de norm zoals bedoeld in artikel 71f, derde lid, onder a. of b., van de Pbw. De beroepscommissie zal het beroep daarom in zoverre ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep wat betreft het niet tijdig overhandigen van de bijsluiter van het geneesmiddel simvastatine gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €25,-.

De beroepscommissie verklaart het beroep voor het overige ongegrond.

Deze uitspraak is op 31 maart 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. drs. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, drs. M.P. Frankenhuis en drs. K.M.P.A.M. Habryka, leden, bijgestaan door mr. A. de Groot, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven