nummer: 07/2853/GM
betreft: [klager] datum: 17 maart 2008
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. J. de Graaf namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Ter Apel,
alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 16 oktober 2007 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.
Ter zitting van de beroepscommissie van 31 januari 2008, gehouden in de p.i. Rijnmond te Krimpen aan den IJssel, is gehoord klager.
De inrichtingsarts verbonden aan de p.i. Ter Apel en klagers raadsman mr. L.S. Slinkman hebben laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.
Klagers raadsman mr. L.S. Slinkman heeft verzocht om de behandeling van de zaak aan te houden.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 5 oktober 2007, betreft de wijze waarop aan klager zuurstof wordt verstrekt.
2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft het volgende aangevoerd. Zuurstof is het enige geneesmiddel dat helpt bij klagers ziekte, clusterhoofdpijn, maar hij loopt constant tegen een muur van onbegrip aan. In kort geding heeft klager op 16 november 2007 gelijk gekregen, maar
toch
wordt hem niet toegestaan om zuurstof op cel te houden. Klager heeft geen verwijten naar de inrichtingsarts en medische dienst van p.i. Ter Apel. Hij is altijd goed behandeld en de inrichtingsarts en de medische dienst is niets kwalijk te nemen.
Hij verblijft sinds november 2007 in het penitentiair ziekenhuis te Den Haag. Hij zit daar 23 uur per dag achter de deur. In het penitentiair ziekenhuis heeft hij wel 24 uur per dag zuurstof tot zijn beschikking. Er wordt naar een oplossing gezocht. De
selectiefunctionaris probeert hem te selecteren voor een andere inrichting.
De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen. De medische dienst heeft zich steeds coöperatief opgesteld. Het advies van de neuroloog van het UMCU is gevolgd. Klager is zuurstoftherapie gegeven en hij is doorverwezen naar de
fysiotherapeut.
De eerste behandeling door de fysiotherapeut is gestaakt vanwege voldoende motivatie. Na de uitspraak in kort geding is klager op een passantencel geplaatst omdat een snellere toediening van zuurstof op de afdeling uit veiligheidsoverwegingen niet te
realiseren viel. Op de passantencel had klager continu de beschikking over zuurstof. Hij verblijft sinds medio november 2007 in het penitentiair ziekenhuis.
3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich voldoende voorgelicht en wijst het verzoek van klagers raadsman om aanhouding van de behandeling van het beroep af.
Klager heeft ter zitting verklaard dat hij altijd goed is behandeld door de inrichtingsarts en de medische dienst en dat hij hen geen verwijt maakt. Gelet hierop kan het handelen van de inrichtingsarts niet worden aangemerkt als onzorgvuldig en/of in
strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. M.F. van Brederode-Zwart en C.J. Ruissen, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 17 maart 2008
secretaris voorzitter