Nummer: 07/2962/GBT (tegemoetkoming)
Betreft: [klager] datum: 26 februari 2008
UITSPRAAK
van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw).
[...], verder klager te noemen, heeft beroep ingesteld tegen een op 26 oktober 2007 genomen beslissing van de selectiefunctionaris tot verlenging van zijn plaatsing als preventief gehechte in de extra beveiligde inrichting (EBI)/de voortzetting van het
EBI-regime, dat klager onderging in het penitentiair ziekenhuis te Den Haag.
Bij uitspraak van 20 december 2007 heeft de beroepscommissie het beroep gegrond verklaard en de beslissing van de selectiefunctionaris vernietigd. De beroepscommissie heeft in de uitspraak bepaald dat zij in een afzonderlijke beslissing zal bepalen of
enige tegemoetkoming als bedoeld in artikel 73, vierde lid, juncto artikel 68, zevende lid, Pbw aan klager geboden is.
De selectiefunctionaris heeft bericht dat klager op 2 februari 2008 vanuit het penitentiair ziekenhuis is overgeplaatst naar de gevangenis voor beperkt gemeenschapsgeschikten
De Schie te Rotterdam, een inrichting met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
Beoordeling
Indien een beroep gegrond is verklaard, kan dat aanleiding zijn voor de toekenning van een tegemoetkoming ter zake van het door hem, tengevolge van de vernietigde beslissing van de selectiefunctionaris, ondervonden ongemak. Het beroep is gegrond
verklaard en de selectiefunctionaris is opgedragen om een nieuw beslissing te nemen omdat onvoldoende duidelijk was of het - al in verband met klagers gezondheidstoestand versoepelde - EBI-regime aan klager voldoende ruimte bood voor revalidatie,
waarbij is vastgesteld dat de selectiefunctionaris de EBI-adviescommissie al gevraagd had om de beslissing tot voortzetting van klagers EBI-regime te heroverwegen.
Nu klager, gelet op het advies van de EBI-adviescommissie, op 2 februari 2008 is geplaatst in de gevangenis De Schie te Rotterdam, zijn er in dit geval geen termen aanwezig voor de toekenning van een tegemoetkoming.
Beslissing
De beroepscommissie bepaalt dat aan klager geen tegemoetkoming toekomt.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 26 februari 2008
secretaris voorzitter