Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/3493/GB, 28 februari 2008, beroep
Uitspraakdatum:28-02-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/3493/GB

Betreft: [klager] datum: 28 februari 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.V. Jansen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 december 2007 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Zwolle afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 10 juli 2007 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. Amsterdam.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De bestreden beslissing is niet zorgvuldig tot stand gekomen en is in strijd met het motiveringsbeginsel. Klager heeft om overplaatsing naar het h.v.b. Zwolle verzocht omdat de ex-partner van
klager en hun dochtertjes in Zwolle wonen en niet in staat zijn om naar het voor hen veraf gelegen Amsterdam te reizen. Bovendien heeft de ex-partner, met wie klager overigens een goede verstandhouding heeft, weinig inkomsten. Zij kan de kosten van het
openbaar vervoer voor een bezoek met de kinderen aan klager niet voldoen. Aldus is het recht op family life als bedoeld in artikel 8 EVRM gefrustreerd. De twee dochters missen hun vader erg. Dit belang dient zwaarder te wegen dan het belang dat klager
in de buurt van de rechtbank Amsterdam gedetineerd is.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Klager is op 10 juli 2007 in verzekering gesteld en geplaatst in het h.v.b Amsterdam. Bij binnenkomst heeft klager een adres in Haarlem opgegeven als
woonadres.
Per brief van 28 oktober 2007 heeft de ex-partner de inrichting verzocht klager over te plaatsen, waardoor de kinderen van klager een keer op bezoek kunnen komen. De ex-partner en de kinderen wonen kennelijk in de buurt van Zwolle en voor hen is het
niet te doen op bezoek te komen in Amsterdam. Klager is ingesloten in het h.v.b. Amsterdam voor de rechtbank Amsterdam. In het kader van de rechtsgang is het gebruikelijk dat gedetineerden zo veel als mogelijk geplaatst worden in de buurt van de
rechtbank waarvoor zij zijn ingesloten. Slechts in heel uitzonderlijke situaties wordt een gedetineerde op zijn verzoek in een inrichting geplaatst die ver uit de buurt van de rechtbank ligt. De selectiefunctionaris kan zich voorstellen dat het reizen
met het openbaar vervoer problemen oplevert, maar geenszins is aangetoond waarom dit onmogelijk is.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Door klager is onvoldoende aannemelijk gemaakt
dat een bezoek van zijn ex-partner en kinderen niet mogelijk is. Daarnaast is het h.v.b. Amsterdam goed met het openbaar vervoer bereikbaar. Het beroep is derhalve ongegrond.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 28 februari 2008

secretaris voorzitter

Naar boven