Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/25425/SGA, 21 januari 2022, schorsing
Uitspraakdatum:21-01-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          22/25425/SGA           

 

Betreft [Verzoeker]

Datum 21 januari 2022

 

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van [Verzoeker] (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure

De directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Krimpen aan den IJssel (hierna: de directeur) heeft op 19 januari 2022 beslist om een beperkt dagprogramma aan te bieden, ter voorkoming van de (verdere) verspreiding van het coronavirus.

Verzoekers raadsman, mr. J.W. Vedder, vraagt namens verzoeker om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van het klaagschrift (beklagkenmerk IJ-2022-135).

 

2. De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

Het is de voorzitter ambtshalve bekend dat de directeur met ingang van 5 januari 2022 heeft beslist tot een algehele quarantaine in de PI Krimpen. Reeds eerder heeft de voorzitter geoordeeld dat, hoewel de directeur aanvoert dat hiertoe is beslist op grond van artikel 3, derde lid en artikel 5, derde lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), deze quarantainemaatregel een ordemaatregel betreft als bedoeld in artikel 24, eerste lid van de Pbw (vgl. RSJ 7 januari 2022, 22/25143/SGA).

De voorzitter begrijpt uit de schriftelijke inlichtingen van de directeur dat bij verzoeker op 15 januari 2022 een PCR-test is afgenomen en dat de uitslag daarvan negatief is op besmetting met het coronavirus. Met ingang van 19 januari 2022 worden aan alle negatief geteste gedetineerden meer activiteiten aangeboden, zoals twee uur recreatie per dag, gebruik mogen maken van persoonlijke verzorgingsmoment(en) en het weer meer in de gelegenheid gesteld worden te telefoneren, aldus de directeur. Uit de inlichtingen van de directeur komt daarnaast naar voren dat het dagprogramma op 24 januari 2022 verder zal worden uitgebreid, maar dat nog niet precies bekend is hoe dat eruit zal zien. Hoewel de directeur aanvoert dat hiertoe is beslist op grond van artikel 3, derde lid en artikel 5, derde lid, van de Pbw, betreft de maatregel van het aanbieden van een beperkt dagprogramma naar het voorlopig oordeel van de voorzitter een ordemaatregel van uitsluiting van deelname aan activiteiten, als bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de Pbw.

Op grond van artikel 58, eerste lid van de Pbw, in samenhang bezien met artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b, van de Pbw geeft de directeur de gedetineerde bij het opleggen van een ordemaatregel onverwijld schriftelijk en zoveel mogelijk in een voor hem begrijpelijke taal een met redenen omklede, gedagtekende en ondertekende mededeling. De wet schrijft ook voor dat de directeur de gedetineerde in de gelegenheid stelt te worden gehoord, alvorens hij beslist omtrent de uitsluiting van deelname aan activiteiten en de verlenging daarvan, als bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet. Het horen kan achterwege blijven indien de vereiste spoed zich daartegen verzet dan wel de gemoedstand van de gedetineerde daaraan in de weg staat. De voorzitter constateert dat geen schriftelijke beslissing is opgemaakt maar dat verzoeker enkel middels de kabelkrant is geïnformeerd en dat hij bovendien niet is gehoord en dat van geen van de uitzonderingen als bedoeld in artikel 57, derde lid, van de Pbw sprake is. Nu niet is voldaan aan de formele wettelijke vereisten alvorens is beslist tot oplegging van de ordemaatregel, is de bestreden beslissing genomen in strijd met de wet. Daarbij neemt de voorzitter in het bijzonder in aanmerking dat de directeur reeds op 5 januari 2022 heeft beslist tot een lockdown van de PI Krimpen, dat deze uitzonderlijke maatregel ten minste tweemaal eerder is verlengd zonder verzoeker daaraan voorafgaand te horen en dat verzoeker inmiddels negatief is getest op het coronavirus middels een PCR-test. De voorzitter zal het verzoek gelet op het voorgaande toewijzen en de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist, schorsen.

 

3. De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

 

Deze uitspraak is op 21 januari 2022 gegeven door mr. R.H. Koning, voorzitter, bijgestaan door mr. Y.P. Schleijpen, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven