Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/20536/GM, 7 februari 2022, beroep
Uitspraakdatum:07-02-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          21/20536/GM

 

Betreft [klager]

Datum 7 februari 2022

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft, voor zover aan de orde, beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts en/of de inrichtingspsychiater van de Penitentiaire Inrichting (PI) Leeuwarden (hierna: de inrichtingsarts en/of de inrichtingspsychiater). Klager beklaagt zich erover (a) dat zijn medicatie niet op orde is en (b) dat hij geen oplaadbare batterijen voor zijn TENS-apparaat krijgt.

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft klager, de inrichtingsarts en/of de inrichtingspsychiater in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten. De beroepscommissie heeft bij de inrichtingspsychiater nadere inlichtingen opgevraagd over de medicatie. De inrichtingspsychiater heeft op 7 oktober 2021 aanvullende schriftelijke informatie toegezonden. Klager is in de gelegenheid gesteld daarop schriftelijk te reageren. De beroepscommissie heeft binnen de gestelde termijn - tot en met 8 november 2021 - geen nadere reactie van klager ontvangen.  

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Het TENS-apparaat van klager werkt niet. Klager heeft clusterhoofdpijn en gebruikt het apparaat in combinatie met medicatie. Als dat apparaat niet naar behoren werkt, dan werkt zijn medicatie ook niet. Het apparaat doet het al drie maanden niet omdat hem al in de PI Norgerhaven verkeerde oplaadbare batterijen zijn gegeven. Er horen twee setjes oplaadbare batterijen van 2100 Watt bij het apparaat. In het vorige kapotte TENS-apparaat is één setje batterijen blijven zitten. Klager heeft een nieuw apparaat gekregen, maar had nog maar één setje goede batterijen. Maar die gingen ook na anderhalf jaar stuk. Klager kreeg in de PI Norgerhaven twee nieuwe setjes oplaadbare batterijen via de medische dienst maar die moesten uit China komen. Omdat alle import stillag, zijn er ergens anders batterijen gekocht, maar die waren 1800 Watt. Het eerste setje deed het na een week niet meer en het tweede setje werkte steeds minder. Klager heeft nieuwe besteld bij de medische dienst, maar kreeg te horen dat zij dat niet deden en dat hij ze zelf maar moest bestellen via de winkellijst. Klager kan de batterijen echter niet bestellen via de winkellijst.

Daarnaast is klager het niet eens met het standpunt dat het probleem met de medicatie is opgelost. Klager heeft veel last van clusterhoofdpijn en hij heeft slapeloze nachten door nalatigheid van de PI Leeuwarden. Klager krijgt niet de juiste zorg.    

Standpunt van de inrichtingsarts en/of de inrichtingspsychiater

De inrichtingsarts heeft in zijn reactie verwezen naar de toegezonden medische informatie. De inrichtingspsychiater heeft in haar aanvullende schriftelijke reactie een overzicht van de voortgangsrapportage toegezonden.

 

3. De beoordeling

Klager beklaagt zich erover dat hij geen oplaadbare batterijen voor zijn TENS-apparaat krijgt en dat hij die niet zelf kan bestellen of laten bezorgen. Daarnaast stelt klager dat zijn medicatie sinds 1 februari 2021 niet op orde is. Hij miste medicatie en op 3 februari 2021 was zijn medicatie er in de avond niet. Voor klager is de medicatie en een goed werkend TENS-apparaat van belang in verband met zijn clusterhoofdpijn. 

Uit de stukken in het dossier blijkt dat klager op 18 februari 2021 een gesprek met het hoofd zorg heeft gehad. In het gespreksverslag heeft het hoofd zorg opgemerkt dat klager gewone penlite batterijen kan bestellen. Ten aanzien van de medicatie heeft het hoofd zorg uiteengezet dat er inderdaad op 2 februari 2021 iets is veranderd in de medicatie en dat de psychiater dat meteen heeft hersteld en overlegd met klager.

Onderdeel a

Op verzoek van de beroepscommissie heeft de inrichtingspsychiater nadere informatie toegezonden. Ten aanzien van de medicatie staat in de voortgangsrapportage van de inrichtingspsychiater bij 3 februari 2021 vermeld: ‘De Kody van de MD geeft aan dat er toch onduidelijkheid is over de quetiapine en topiramaat die betrokkene (de beroepscommissie begrijpt: klager) volgens Microhis krijgt. Dit ondanks dat we gisteren de info hebben gecheckt en dat de receptuur is aangepast met als einddatum 2 februari 2022 (om te voorkomen dat betr. plotseling zonder zou zitten). Samen met de cody alle info bekeken (microhis, deellijst afdeling, werkblad). Op de deellijst staat nog de seroquel 300 mg, naast de 3x 50 mg en ook staat de topiramaat waarschijnlijk 25 mg te hoog. De cody past in overleg het recept zo aan dat betr. quetiapine 50 mg 3AN krijgt (en geen 300 mg erbij). Over de topiramaat overlegt zij met de huisarts. Ik laat betr. oproepen om e.e.a. te bespreken. Echter hij komt niet. Later in de middag ben ik op de Z-afdeling, betr. zit in dezelfde ruimte te bellen met zijn kinderen. Het lukt niet hem dan te zien’.   

Bij 4 februari 2021 staat vermeld: ‘Betrokkene blijft zich beklagen over de medicatie. Hem laten oproepen, het lukt dat mentor […] meekomt. (…) Hij nam een uitdraai van de medicatie mee, zoals hij eergisteren kreeg. (…) Gepoogd de informatie in de pc (Microhis) te vergelijken met zijn lijst. (…) Betrokkene erkent dat in overleg de quetiapine vorige week is verlaagd tot 150 mg, ook gezien de laboratoriumuitkomsten. (…) Voorstel: stop quetiapine 150 mg en hervatting quetiapine 300 mg MGA, waarbij als alles geregeld is, betrokkene terug wil naar 2x 300 mg (om 17 en 21 uur). Over de topiramaat (waarbij betrokkene naast de huidige dosering ook de 100 mg die hij eerder had terug wenst) zal ik met de huisarts overleggen. Volgende week evaluatie. (…) Overleg met huisarts: topiramaat is gestart door de vorige arts, zij hervat het nu niet. In overleg besloten het nu wel uit te zetten: Microhis topiramaat 100 mg omhuld 1 dd1 om 21 uur (afgestemd met de afdeling)’.

Bij 9 februari 2021 staat vermeld: ‘De problematische situatie van vorige week besproken. (…) Gevraagd of er nog andere ontwikkelingen zijn, maar dat het huidige consult een check betreft met betrekking tot de medicatie (hierover is betrokkene tevreden) (…). De afspraak is om nu zo voort te gaan (betrokkene begrijpt dit en is het ermee eens) en dat hij correct met de medicatie omgaat (…)’.

Gelet op deze informatie acht de beroepscommissie aannemelijk geworden dat de inrichtingspsychiater klager voldoende heeft betrokken bij het controleren en wijzigen van de medicatie. De inrichtingspsychiater heeft hierover ook met de inrichtingsarts overleg gehad. De beroepscommissie is van oordeel dat de inrichtingspsychiater een zelfstandige afweging kan maken over het te volgen medicatiebeleid en dat op basis van voormelde informatie niet kan worden gezegd dat de inrichtingspsychiater hierbij onzorgvuldig heeft gehandeld.

Gelet op het voorgaande kan het handelen van de inrichtingspsychiater met betrekking tot de medicatie niet worden aangemerkt als in strijd met de norm zoals bedoeld in artikel 71f, derde lid, aanhef en onder a of b, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw). De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

Onderdeel b

Ten aanzien van de oplaadbare batterijen staat in het medisch dossier bij 2 november 2020: ‘problemen met batterijen TENS < kaart dat nu herhaaldelijk aan. Zegt dat het niet de juiste zijn, komen uit China. Eerder contact geweest met pijnpoli over batterijen: geen speciale eisen. Op winkellijst alleen niet-oplaadbare batterijen, type wel goed: AA. Vpk RN gevraagd om dit probleem uit te zoeken: wel of niet oplaadbaar. Gezien aard van apparaat batterijen wel nodig, evt. via medische dienst’.

Bij 27 november 2020 staat vermeld: ‘sprekersbriefje; 3x waar blijven mijn oplaadbare batterijen voor mijn tens!!? (…) Patiëntbriefje retour. Batterijen dient de heer zelf te bestellen. Is bekend’.

Bij 20 januari 2021 staat in het medisch dossier: ‘wil graag toch oplaadbare batterijen voor de TENS. Heb ik meermaals overleg over gehad, geen vraag voor de medische dienst’.  

De beroepscommissie is van oordeel dat de eventuele niet tijdige levering van de (juiste) oplaadbare batterijen niet aan de inrichtingsarts kan worden toegeschreven maar veeleer verband houdt met de daarvoor geldende procedures in het gevangeniswezen in het algemeen. Mede in aanmerking genomen dat contact met de pijnpoli heeft geleerd dat aan de batterijen van het TENS apparaat geen speciale eisen worden gesteld en dat daarvoor ook niet oplaadbare batterijen type AA kunnen worden gebruikt die in de winkel van de PI kunnen worden besteld, kan het handelen van de inrichtingsarts in zoverre niet worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 71f, derde lid, aanhef en onder a of b, van de Pbw neergelegde norm. De beroepscommissie zal het beroep daarom ook ten aanzien van dit onderdeel ongegrond verklaren.

  

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van de onderdelen a en b ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 7 februari 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, drs. B.A. Geurts en drs. P.J.M. van Puffelen, leden, bijgestaan door mr. K. Kiela, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven