nummer: 07/2828/GM
betreft: [klager] datum: 6 februari 2008
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Overijssel, locatie Zwolle,
alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 9 oktober 2007 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.
Ter zitting van de beroepscommissie van 14 december 2007, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door een tolk Litouws, en zijn raadsvrouw mr. B.A.F. van Drimmelen.
De inrichtingsarts verbonden aan de locatie Zwolle heeft laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.
Het lid drs. M.F. Brederode-Zwart. zal op grond van de stukken de zaak mede beoordelen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur, houdt in dat klager geen juiste medische behandeling is geboden.
2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Door en namens klager is de klacht als volgt toegelicht.
Klager is verkeerde medicatie voorgeschreven en hij had (eerder) doorverwezen moeten worden naar de kno-arts in verband met zijn chronische neusklachten. Hij is pas na een jaar doorverwezen. Klager is eerst Xylomethazoline voorgeschreven. In de
bijsluiter heeft hij gelezen dat hij die medicatie maar een week mocht gebruiken en daarna moest stoppen. Als je het langer gebruikt zijn er allerlei bijwerkingen zoals een erg droge keel. Daarna heeft hij geen ander middel voorgeschreven gekregen. Pas
na zes maanden is hem Flixonase voorgeschreven.
Klager heeft de beroepscommissie een flesje Flixonase getoond, waarop de datum 27 december 2006 vermeld staat.
Dit is hem in Zwolle voorgeschreven. Flixonase is hem ook voorgeschreven in januari 2007. Het middel heeft niet geholpen. Momenteel wordt hem Nasonex voorgeschreven. Het is niet juist dat klager dit jaar een aantal keren gevraagd zou hebben om hem
Xylomethazoline voor te schrijven. Hij weet wat de gevolgen daarvan zijn. Waarom zou hij het voor zichzelf erger maken? Klager heeft sinds november 2006, het moment waarop hij Xylomethazoline is gaan gebruiken, er last van dat hij niet goed kan ruiken.
Daarvóór heeft hij geen neusspray gebruikt. Hij had wel eens een verstopte neus maar dan stoomde hij met gekookt water of gebruikte hij homeopathische middelen. Hij heeft wel eens last van zijn keel gehad maar niet van zijn neus. Klager heeft aan de
inrichtingsarts gevraagd om hem door te verwijzen naar de kno-arts maar kreeg daar niet echt een duidelijk antwoord op. Als het mogelijk zou zijn, zou de inrichtingsarts klager doorverwijzen. Klager is niet uitgelegd waarom het zo lang heeft geduurd.
De
inrichtingsarts heeft alleen gezegd dat er een wachtlijst was. Inmiddels kan klager wel een beetje ruiken als hij zijn neus er echt in stopt. Inmiddels heeft klager wel de kno-arts bezocht in verband met zijn amandelen. Daarna gaat de kno-arts kijken
wat er met zijn neus aan de hand is. Nasonex is hem voorgeschreven door de kno-arts.
De inrichtingsarts heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de medisch adviseur, niet nader toegelicht. Dit standpunt luidt als volgt. Er is sprake van chronische neusklachten (niet kunnen ruiken) op basis van een chronisch gebruik van
neusdruppels die de stof Xylomethazoline bevatten. Een operatie helpt dan niet. Langdurig stoppen met neusdruppels wel. De neusspray die klager nadien heeft gekregen, Flixonase, kan hij wel voor langere duur gebruiken.
3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt dat uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat klager langdurig last had van neusklachten. Hem is Nasonex voorgeschreven maar dit middel had geen resultaat. Voorts bestond de reële mogelijkheid dat
klager
last had van neuspoliepen, hetgeen door een kno-arts onderzocht dient te worden. De beroepscommissie is van oordeel dat de inrichtingsarts met het oog hierop te lang gewacht heeft met klager door te verwijzen naar de kno-arts. Derhalve dient het
handelen van de inrichtingsarts als onzorgvuldig te worden aangemerkt en derhalve in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal gegrond worden verklaard en aan klager zal een tegemoetkoming van € 10,= worden toegekend.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart. het beroep gegrond.
Zij bepaalt de aan klager ten laste van de p.i. Overijssel, locatie Zwolle, toekomende tegemoetkoming op € 10,=.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. M.F. van Brederode-Zwart. en R. Vogelenzang, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 6 februari 2008
secretaris voorzitter