Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/3323/GB, 19 februari 2008, beroep
Uitspraakdatum:19-02-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/3323/GB

Betreft: [klager] datum: 19 februari 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. N. van Schaik, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 29 november 2007 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klager geselecteerd voor de gevangenis Zoetermeer.

2. De feiten
Klager is sedert 1 mei 2007 gedetineerd. Vanuit een huis van bewaring is hij op
5 december 2007 geplaatst in de gevangenis Zoetermeer, een inrichting met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De beslissing om klager niet te selecteren voor een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) is gebaseerd op negatieve adviezen van het Openbaar Ministerie en de politie. Volgens de
selectiefunctionaris heeft het Openbaar Ministerie negatief geadviseerd, omdat in hoger beroep een hogere straf zal worden geëist. Uit niets blijkt waarom een hogere straf zal worden geëist. Sterker nog. Ook klager is in hoger beroep gegaan en hij
meent, met verwijzing naar de in eerste aanleg overgelegde pleitnotitie, dat in hoger beroep juist een lagere of helemaal geen straf zal worden opgelegd. Het negatieve advies van de politie is gebaseerd op het vermoeden dat een verlof zal leiden tot
alcoholmisbruik, het verstoren van de openbare orde en het plegen van misdrijven. Ook dit advies wordt op geen enkele wijze onderbouwd.
Klager gedraagt zich tijdens zijn huidige detentie als een modelgedetineerde. Hij heeft geen rapporten gekregen ter zake van wat dan ook. Tijdens eerdere detenties keerde hij altijd netjes terug van verlof. Nooit heeft hij de ter zake geldende regels
overtreden. Klager ervaart de nu genomen beslissing dan ook als onrechtvaardig.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is niet geselecteerd voor een b.b.i., gelet op de negatieve adviezen van de inrichting, de politie en het Openbaar Ministerie. Het Openbaar Ministerie heeft negatief geadviseerd, omdat in hoger beroep een hogere straf zal worden geëist dan is
opgelegd. De politie adviseert negatief, omdat maatschappelijke onrust kan ontstaan, er gevaar voor recidive is en mogelijk sprake zal zijn van alcoholmisbruik. De door en namens klager in bezwaar en beroep aangevoerde argumenten zijn voor de
selectiefunctionaris onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te komen. De selectiefunctionaris merkt tenslotte nog op dat hij niet bestrijdt dat klager in detentie naar behoren functioneert.

4. De beoordeling
4.1. Klager is op 29 november 2007 geselecteerd voor de gevangenis Zoetermeer. Hoewel klager daarbij gewezen had moeten worden op de mogelijkheid van het indienen van een bezwaarschrift, heeft de selectiefunctionaris in de beslissing aangegeven dat
klager beroep kon instellen bij de Raad.
Klagers raadsman heeft op 5 december 2007 beroep ingesteld tegen de selectiebeslissing van 29 november 2007.
In het kader van de behandeling van het beroepschrift heeft de selectiefunctionaris zijn reactie gegeven op het beroepschrift. Daarbij zijn de op de beslissing betrekking hebbende stukken overgelegd, waaronder een bezwaarschrift van klager van 1
december 2007, gericht tegen de selectiebeslissing van 29 november 2007, en de daarop gegeven beslissing van de selectiefunctionaris van 18 december 2007. In deze laatste beslissing is klager gewezen op de mogelijkheid beroep in te stellen. Dat laatste
heeft klager niet gedaan.
In de reactie van 18 december 2007 op het beroepschrift van 5 december 2007 heeft de selectiefunctionaris, blijkens de inhoud ervan, ook klagers in bezwaar naar voren gebrachte argumenten betrokken.

Tegen de achtergrond van het vorenstaande zal de beroepscommissie het beroepschrift van 5 december 2007, gericht tegen de selectiebeslissing van 29 november 2007, inhoudelijk beoordelen.

4.2. De gevangenis Zoetermeer is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.3. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.4. Het Openbaar Ministerie heeft in dit geval, blijkens het selectieadvies van de inrichting, geen zogenoemde executie-indicator geplaatst.

4.5. De bestreden beslissing is in hoofdzaak gebaseerd op de negatieve adviezen van het Openbaar Ministerie en de politie. Ook de inrichting heeft ten aanzien van detentiefasering (impliciet) negatief geadviseerd. Daarbij heeft de inrichting zich
laten leiden door de genoemde negatieve adviezen (“gezien het feit dat zowel de Advocaat-Generaal, als de politie negatief adviseren, kan de inrichting niet anders dan de heer Kuijer voor dragen voor een Normaal Beveiligde Inrichting met algeheel
regime”).

Het negatieve advies van het Openbaar Ministerie is als volgt gemotiveerd: “Ook de officier van justitie is in appel gegaan ivm bewezenverklaring + straf. Mogelijk zal ook in hb veel hogere straf geëist worden dan in 1e instantie opgelegd”.
Het negatieve advies van de politie is als volgt onderbouwd: “De motivering is als volgt: het plegen van misdrijven en het verstoren van de openbaar orde. Het vermoeden dat het verlof van gedetineerde zal leiden tot alcoholmisbruik”.
Aan het feit dat in hoger beroep “mogelijk een veel hogere straf geëist zal worden”, zeker nu niet wordt verwezen naar de in eerste aanleg geëiste straf, kan niet de conclusie worden verbonden dat om die reden plaatsing in een b.b.i. niet aan de orde
kan zijn. De stellingen van het negatieve advies van de politie zijn niet nader onderbouwd.
Waar klager, blijkens de inrichtingsrapportage én de reactie van de selectiefunctionaris op het beroepschrift, gedragsmatig geen problemen geeft en geschikt lijkt voor plaatsing in een b.b.i., kan de bestreden beslissing, gelet op de daaraan gegeven
motivering, niet in stand blijven. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst
daarvan. Aan klager zal geen tegemoetkoming worden toegekend.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 19 februari 2008

secretaris voorzitter

Naar boven