nummer: 07/2620/TA
betreft: [klager] datum: 18 februari 2008
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.C. de Goeij, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 25 september 2007 van de beklagcommissie bij FPI De Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 15 januari 2008, gehouden in de penitentiaire inrichting Nieuw Vosseveld te Vught, is klager gehoord. De raadsman van klager en het hoofd van de inrichting hebben schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter
zitting te verschijnen.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het in rekening brengen van een bril.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Door het in rekening brengen van een bril heeft het hoofd van de inrichting inbreuk gemaakt op het recht van klager ex artikel 79 Rvt waarin
is
bepaald dat de medische verzorging door de Staat wordt betaald.
Klager had een nieuwe bril nodig voor ver- en bijziendheid. Een zogenaamd dubbelfocus was niet mogelijk volgens de opticiën die daarom twee brillen heeft verstrekt die door de inrichting zijn betaald. Ten onrechte wordt één bril door de inrichting in
rekening gebracht.
Klager heeft ter zitting van de beroepscommissie kopieën van facturen overgelegd uit 2002. Het gaat om dezelfde brillen. De verzekering heeft deze volledig vergoed. Er heeft geen terugvordering plaatsgevonden. Klager meent dat de inrichting ten
onrechte
wil bezuinigen op de medische zorg. Vooraf is hem niet medegedeeld welk deel van de kosten voor zijn rekening zou komen. Klager heeft thans een nieuwe bril met dubbele focus. Hiervoor heeft hij geen rekening ontvangen.
Het hoofd van de inrichting heeft op het beroep gereageerd door te verwijzen naar het bij de beklagcommissie ingediende verweerschrift.
3. De beoordeling
Op grond van artikel 79, eerste lid, onder b, Rvt komen voor rekening van de Staat de kosten van geneeskundige verzorging van de ter beschikking gestelde.
De beroepscommissie acht op grond van de stukken en de ter zitting gegeven toelichting voldoende aannemelijk dat de voor klager aangemeten brillen medisch geïndiceerd zijn. Dit betekent dat, in het licht van voormeld artikel 79, de kosten voor rekening
van de Staat komen. De enkele omstandigheid dat de verzekering slechts één bril vergoedt, kan niet tot de conclusie leiden dat het hoofd van de inrichting de tweede bril niet hoeft te vergoeden. Mitsdien is het beroep gegrond en dient het beklag na
vernietiging van de uitspraak van de beklagcommissie alsnog gegrond te worden verklaard. De beroepscommissie ziet in de gegrondverklaring van het beroep voldoende genoegdoening voor klager en zal derhalve aan klager daarnaast geen financiële
tegemoetkoming toekennen.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart. het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart. het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat klager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. drs. T.A.M. Louwe en mr. H.E.G. Peters, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 18 februari 2008
secretaris voorzitter