Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/74/SGA, 11 januari 2008, schorsing
Uitspraakdatum:11-01-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/74/SGA

Betreft: [klager] datum: 11 januari 2008

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, thans verblijvende in de landelijke afzonderingsafdeling (l.a.a.) De Schie te Rotterdam.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van het huis van bewaring/ISD (h.v.b./ISD) Rotterdam d.d. 4 januari 2008, inhoudende de tweede
verlenging
van een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen, welke ordemaatregel oorspronkelijk is ingegaan op 11 december 2007. De verlenging is ingegaan op 8 januari 2008 om 00.00 uur en eindigt uiterlijk
op 22 januari 2008 om 00.00 uur. Daarnaast is de beslissing om die ordemaatregel ten uitvoer te leggen in de l.a.a. De Schie eveneens voor de tweede maal verlengd. Ook van deze beslissing wordt schorsing gevraagd.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift d.d. 7 januari 2008 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 11 januari 2008.

1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Verzoeker heeft aangevoerd dat hij zo snel mogelijk wil worden overgeplaatst naar een normale inrichting. Hij heeft nog een lange straf te ondergaan.

De directeur heeft onder meer het volgende naar voren gebracht. Verzoeker is op 11 december 2008, naar aanleiding van zijn aanhouding in verband met een ernstig misdrijf. Hij bleek betrokken te zijn geweest bij een gijzeling van een medewerkster van de
TBS-kliniek De Kijvelanden. Hij is op 13 december 2008 voorgedragen voor herselectie voor een voor hem geschikte inrichting. De inrichting heeft regelmatig contact onderhouden met de selectiefunctionaris met betrekking tot een plaatsingsbeschikking
voor
verzoeker. Tot het moment van overplaatsing verblijft hij in de l.a.a. Op 11 januari 2008 heeft de selectiefunctionaris besloten dat verzoeker zal worden overgeplaatst naar het h.v.b. Beveiligde Individuele Begeleiding Afdeling van de penitentiaire
inrichting Haaglanden te Den Haag. Verzoeker zal op 16 januari 2008 feitelijk worden overgeplaatst naar die inrichting.

2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing.
Voorop moet worden gesteld dat de feiten en omstandigheden op zich de oplegging van een ordemaatregel als de onderhavige, alsmede de verlenging daarvan, naar het voorlopig oordeel van de voorzitter rechtvaardigen. De externe tenuitvoerlegging van een
deze ordemaatregel in de l.a.a. is wettelijk toegestaan. Daarvoor is op grond van het bepaalde in artikel 25 van de Pbw noodzakelijk dat de tenuitvoerlegging in de eigen inrichting op ernstige bezwaren stuit. Naar het voorlopig oordeel van de
voorzitter
is aannemelijk dat de tenuitvoerlegging in het h.v.b./ISD op ernstige bezwaren stuit en dat verzoeker in de l.a.a. dient te verblijven tot het moment van plaatsing in een andere, voor hem geschikte, inrichting. Naar het voorlopig oordeel van de
voorzitter is het echter in alle gevallen van plaatsing op de l.a.a. aangewezen de nodige voortvarendheid wordt betracht bij de herselectie en feitelijke overplaatsing van de betrokken gedetineerde. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter is
discutabel of de bedoelde voortvarendheid hier voldoende is betracht. Nu echter verzoeker conform de door de directeur verstrekte informatie op 16 januari 2008 zal worden overgeplaatst naar een andere voor hem geschikte inrichting en de bestreden
maatregel daardoor eindigt, is er in dit geval uiteindelijk geen aanleiding om het verzoek nu toe te wijzen.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gedaan door mr. A. van Waarden, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 11 januari 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven