Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/2518/GA, 21 januari 2008, beroep
Uitspraakdatum:21-01-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/2518/GA

betreft: [klager] datum: 21 januari 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C. Stroobach, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 14 september 2007 van de beklagcommissie bij de gevangenis Veenhuizen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 december 2007, gehouden in de locatie Ooyerhoek te Zutphen, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. C. Stroobach, en [...], unit-directeur bij voormelde gevangenis.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van vier dagen opsluiting in een strafcel, wegens een positieve uitslag van een urinecontrole op het gebruik van harddrugs.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven. Zij heeft daarbij bepaald dat, nu de positieve uitslag van de urinecontrole op zich vast staat, er geen aanleiding bestaat voor het
toekennen van een tegemoetkoming.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft steeds ontkend cocaïne te hebben gebruikt. Het beklag is op uitsluitend formele gronden gegrond verklaard. Klager wil graag alsnog een tegemoetkoming toegekend krijgen en verzoekt de beroepscommissie om de gegrondverklaring nader te
motiveren. Door de beslissing van de beklagcommissie wordt klager ernstig benadeeld. Hij zou in principe in aanmerking komen voor detentiefasering en verlof. Omdat er vanuit gegaan wordt dat klager cocaïne zou hebben gebruikt, gaat dat niet door.
Volgens klager heeft hij niet eerder positief gescoord bij een urinecontrole.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard omdat de bij de urinecontrole gevolgde procedure onjuist was. Voorts bepaalde de beklagcommissie dat klager niet in aanmerking kwam voor een tegemoetkoming, omdat de feitelijke uitslag op zich wel
juist was en klager dus positief scoorde op het gebruik van harddrugs. Gelet op de uitspraak van de beklagcommissie is er geen aanleiding om de feitelijke uitslag van de urinecontrole buiten beschouwing te laten.

3. De beoordeling
Tegen een gegrondverklaring van een beklag door de beklagcommissie staat voor de gedetineerde geen beroep open. De omstandigheid dat die gegrondverklaring tot stand is gekomen in verband met formele gebreken, maakt dit niet anders. Gelet daarop kan
klager niet worden ontvangen in dit onderdeel van het beroep.
Voor zover klager beroep heeft ingesteld tegen de beslissing van de beklagcommissie om aan klager geen financiële tegemoetkoming toe te kennen overweegt de beroepscommissie dat zij die beslissing juist acht. Uit de stukken komt immers genoegzaam naar
voren dat klager (materieel gezien) positief scoorde op het gebruik van harddrugs. De beslissing van de beklagcommissie zal daarom in zoverre worden bevestigd.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep tegen de gegrondverklaring van het beklag.
Zij verklaart het beroep ten aanzien van de beslissing om hem geen tegemoetkoming toe te kennen ongegrond, met bevestiging van dat onderdeel van de bestreden uitspraak.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, mr. R. Weenink en J.L. Brand, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 21 januari 2008

secretaris voorzitter

Naar boven