Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0125/GV, 12 februari 2008, beroep
Uitspraakdatum:12-02-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/125/GV

betreft: [klager] datum: 12 februari 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 7 januari 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van incidenteel verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft aangevoerd dat zijn verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting ten onrechte is afgewezen. Dit heeft hij als volgt toegelicht. Klager heeft een omgekeerde bezoekregeling aangevraagd om zijn oma éénmaal in de drie maanden twee
uurtjes te kunnen bezoeken. Zijn oma is 87 jaar oud en lijdt aan dementie. Haar gezondheid gaat heel erg achteruit. Klager heeft een strafrestant van twee jaar. Hij weet zeker dat, als hij zijn oma pas over twee jaar kan zien, ze hem dan niet meer zal
herkennen of dat ze niet meer leeft. Hij spreekt haar regelmatig telefonisch en zij vraagt dan telkens wanneer klager weer thuiskomt. Klager heeft zijn hele leven naast haar gewoond. Zij is voor hem een tweede moeder. Het doet klager heel veel pijn als
hij haar niet kan bezoeken.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het omgekeerd bezoek aan klagers oma is geweigerd op grond van artikel 25 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting. Hieruit volgt dat incidenteel verlof kan worden verleend voor een bezoek aan een niet tot reizen in staat zijnde
levenspartner, kind of ouder. Een oma wordt in dit kader niet genoemd. Het is niet juist dat klager nog twee jaar zijn oma niet zou kunnen bezoeken. Bij geen openstaande zaken, goed functioneren en geen onoverkomelijke bezwaren van politie en openbaar
ministerie komt klager de laatste achttien maanden van zijn detentie in aanmerking voor detentiefasering.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de locatie Zuyderbos te Heerhugowaard heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Haarlem heeft aangegeven akkoord te gaan met de omgekeerde bezoekregeling mits deze onder begeleiding plaatsvindt.
Uit het schrijven van de huisarts van klagers grootmoeder van 23 november 2007 volgt dat zij chronisch ziek is en in verband met medische geheimhouding geen inlichtingen over haar ziektebeeld kan verstrekken. Voor inlichtingen kan een arts contact met
de huisarts opnemen.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van vijf jaar met aftrek, wegens doodslag. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 17 december 2009.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers verzoek om incidenteel verlof.

Uit artikel 25 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting volgt dat incidenteel verlof kan worden verleend voor een bezoek aan een niet tot reizen in staat zijnde levenspartner, kind en ouder, indien deze wegens medische of psychische
belemmeringen niet in staat is de inrichting te bezoeken en de gedetineerde gedurende drie maanden niet heeft kunnen ontmoeten. Klagers verzoek is afgewezen omdat artikel 25 van de Regeling bezoek aan een grootouder niet mogelijk maakt.

Artikel 23 van de Regeling bepaalt dat incidenteel verlof kan worden verleend voor een bezoek aan een in levensgevaar of ernstige psychische nood verkerende levenspartner, kind, ouder, broer, zuster, grootouder of schoonouder van de gedetineerde. In
een
dergelijk geval kan derhalve wel een bezoek aan klagers grootmoeder worden toegestaan.

Door klager is gesteld dat zijn grootmoeder 87 jaar oud is en lijdt aan dementie. Door de huisarts van klagers grootmoeder is bevestigd dat zij chronisch ziek is en dat hij in verband met medische geheimhouding enkel een arts kan informeren omtrent
haar
ziektebeeld.

De beroepscommissie is van oordeel dat, gelet op het bovenstaande, het in de rede had gelegen de medisch adviseur in te schakelen om duidelijkheid te verkrijgen over de vraag of sprake is van een situatie als vermeld in artikel 23 van de Regeling.

De beroepscommissie zal het beroep gegrond verklaren, de bestreden beslissing van de Staatssecretaris vernietigen en de Staatssecretaris opdragen om een nieuwe beslissing te nemen binnen een termijn van twee weken. Zij kent aan klager geen
tegemoetkoming toe.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken (na ontvangst).

aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 12 februari 2008

secretaris voorzitter

Naar boven