Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/3030/GA, 4 februari 2008, beroep
Uitspraakdatum:04-02-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/3030/GA

betreft: [klager] datum: 4 februari 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 2 oktober 2007 van de alleensprekende beklagrechter bij de gevangenis Zoetermeer,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 januari 2008, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam, is [...], unit-directeur bij voormelde gevangenis gehoord.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt. Klager heeft verzocht om aanhouding van de zaak omdat hij geen tijd heeft gehad om een raadsman te consulteren.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de vermissing van een pan en houten spatel bij gelegenheid van een celinspectie.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn standpunt schriftelijk als volgt toegelicht. Hij heeft nimmer de genoemde brief van 17 augustus 2007 van de beklagrechter gekregen waarin om een nadere reactie werd gevraagd.
Klager moest in verband met een celinspectie in de keuken wachten tot de piw-ers klaar waren. Toen hij terug kwam, miste hij genoemde voorwerpen. Niemand kon aangeven waar de spullen gebleven waren. Klager had de pannen in de p.i. Arnhem gekocht.

De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Als er spullen van een cel worden gehaald omdat deze niet op cel zijn toegestaan, wordt hiervan een rapport opgemaakt. Een dergelijk rapport ontbreekt in het onderhavige geval.
De pannen zijn volgens klager in een andere inrichting gekocht. Goederen die in de winkel van de gevangenis Zoetermeer te koop zijn, mogen niet worden ingevoerd. Het afdelingshoofd kan echter besluiten dat bepaalde elders gekochte goederen toch op cel
mogen worden gehouden.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting voldoende voorgelicht en wijst het verzoek om aanhouding derhalve af. Daarbij wordt opgemerkt dat klager ruimschoots de tijd heeft gehad desgewenst met zijn raadsman
te
overleggen over de zaak.

Gelet op wat klager heeft aangevoerd zal de beroepscommissie klager, anders dan de beklagrechter, ontvankelijk achten in het beklag.

Vooropgesteld moet worden dat de gedetineerde zelf de verantwoordelijkheid draagt voor zijn eigendommen, tenzij die verantwoordelijkheid in bepaalde gevallen is overgegaan op de directeur, zoals bijvoorbeeld wanneer een cel buiten tegenwoordigheid van
de gedetineerde wordt ontruimd en daarvan niet volgens de regels een ontruimingsverslag is opgemaakt.

De directeur heeft de klacht onderzocht, onder meer door na te gaan of er sprake is geweest van het opmaken van een rapport vanwege het van de cel halen van bepaalde niet toegestane goederen. Daarvan is echter niet gebleken. Gelet daarop bestaat
onvoldoende grond om af te wijken van wat hiervoor is vooropgesteld, omdat onvoldoende aannemelijk is geworden dat de bedoelde goederen door toedoen van het personeel en daarmee onder verantwoordelijkheid van de directeur zijn zoekgeraakt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart het beklag ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.J.G. Bleichrodt, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 4 februari 2008

secretaris voorzitter

Naar boven