Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 20/16552/TA, 2 december 2021, beroep
Uitspraakdatum:02-12-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          20/16552/TA

        

Betreft [klager]

Datum 2 december 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Het beklag betreft:

a.  schending van klagers privacy bij bezoek aan de huisarts (RV2020/37);

b.  schending van klagers privacy bij bezoek aan de pedicure en de tandarts (RV2020/38).

De beklagcommissie bij FPC De Rooyse Wissel te Venray (hierna: de instelling) heeft op 3 december 2020 de klachten ongegrond verklaard. De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. C.J.J. Kwint, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en het hoofd van de instelling in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager is bij zijn bezoeken aan de huisarts, de tandarts en de pedicure begeleid door personeel van de instelling. Deze begeleiding heeft een inbreuk gemaakt op het in artikel 8 EVRM gewaarborgde recht van klager op privacy en – met betrekking tot de huis- en tandarts – op de vertrouwelijkheid van de arts-patiënt relatie.

Klager betwist dat begeleiding noodzakelijk was. Hij ontkent dat hij (herhaaldelijk) dreigend, intimiderend en dwingend gedrag heeft laten zien. Volgens klager zijn er bij de tandarts en de pedicure geen incidenten geweest. Met de huisarts heeft klager een discussie gehad over de vrije arts keuze. Klager wilde worden doorverwezen naar een bepaald ziekenhuis, maar daar dacht de arts anders over. Dit achtte klager in strijd met de vrije arts keuze, zodat hij de huisarts heeft gezegd een medische klacht te overwegen. Een dergelijke uitlating is niet prettig, maar kan door een medisch professional onmogelijk als een bedreiging worden opgevat.

De instelling is ermee bekend dat klager soms grote woorden gebruikt, maar nimmer gewelddadig wordt. In plaats van begeleiding in de behandelkamer, hadden de sociotherapeuten buiten de deur kunnen wachten, klaar om in te grijpen als er daadwerkelijk iets aan de hand was. Daarnaast had de instelling in gesprek met klager kunnen gaan, om gezamenlijk een oplossing te zoeken. In plaats van hem een alternatief te bieden, heeft de instelling echter gegrepen naar het middel van begeleiding. Deze begeleiding heeft in de gegeven omstandigheden een ongerechtvaardigde inbreuk opgeleverd op het recht van klager op privacy en op de vertrouwelijkheid van de relatie tussen hem en zijn huis- en tandarts.

 

Standpunt van het hoofd van de instelling

Klager heeft voorafgaand aan 30 januari 2020, herhaaldelijk dreigend, intimiderend en dwingend gedrag laten zien naar medisch personeel. Zo heeft klager een verpleegkundige per telefoon bedreigd, zeer dreigende uitspraken gedaan via de voicemail van een opticien en tijdens meerdere consulten met de huisarts/medische dienst zich dwingend en provocerend gedragen. Het uitgangspunt wat betreft medische afspraken is dat er geen toezichthoudend personeel aanwezig is in de behandel- of spreekkamer, tenzij er sprake is van een veiligheidsbelang en dit vanuit veiligheidsoverwegingen noodzakelijk is. Vanuit het medisch personeel kwamen er signalen dat zij omwille van de veiligheid het onverantwoord achtte om klager te ontvangen zonder begeleiding. Het behandelteam is meermaals met klager in gesprek gegaan over deze signalen, klager is echter niet in staat om naar zijn eigen aandeel te kijken. Klager ontkent dergelijk gedrag getoond te hebben, waardoor er in zijn geheel niet gesproken kan worden over de dreigende en intimiderende uitlatingen. Daarnaast blijkt, uit navraag bij het medisch personeel, dat klagers gedrag snel fluctueert van ontspannen naar gespannen. Klager laat zich niet begrenzen door het medisch personeel. Vanwege klagers (snel oplopende) dreigende houding, achtte het behandelteam een minder vergaande maatregel (waarbij sociotherapie bijvoorbeeld op de gang wacht) niet toereikend. Voor het overige wordt verwezen naar het verweerschrift van 12 juni 2020 en de uitspraak van de beklagcommissie van 3 december 2020.

3. De beoordeling

In artikel 7:459, eerste lid, Burgerlijk Wetboek is - voor zover hier van belang - bepaald dat de hulpverlener buiten waarneming van anderen dan de patiënt verrichtingen uitvoert in het kader van de behandelingsovereenkomst, tenzij de patiënt ermee heeft ingestemd dat de verrichtingen kunnen worden waargenomen door anderen.

De beroepscommissie is van oordeel dat het begeleiden van klager bij zijn afspraken met de huisarts, pedicure en tandarts hoe dan ook als een inbreuk op diens privacy kan worden aangemerkt. Uit de stukken komt echter naar voren dat klager voorafgaand aan de beslissing van de instelling om hem te begeleiden tijdens (medische) consulten, bij herhaling zich dreigend en intimiderend heeft geuit tegen medisch personeel. Door het begeleiden van klager tijdens (medische) consulten heeft de instelling dan ook slechts nadere invulling gegeven aan haar wettelijke taak ten aanzien van de handhaving van de orde en de veiligheid in de instelling. De beroepscommissie is dan ook van oordeel dat op grond van het in het tweede lid van artikel 8 EVRM bepaalde sprake is van een gerechtvaardigde inbreuk op de privacy van klager gelet op het doel van die inbreuk. Deze inbreuk is ook slechts tijdelijk van aard geweest, nu de begeleiding van klager is gestopt nadat klager tijdens enkele begeleide (medische) consulten in mei 2020 heeft laten zien dat hij in staat is om zich beter te verhouden richting het medisch personeel.

Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard en de beslissing van de beklagcommissie zal worden bevestigd.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Deze uitspraak is op 2 december 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. drs. L.C. Mulder en mr. T.B. Trotman, leden, bijgestaan door mr. C.K. van Dijk, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven